
Al jaren ligt hier achter op de deel
Oud isolatiespul, in weer en wind
Niet dat ik dat een prettig uitzicht vind
Maar afvoeren van asbest kost zo veel
Nu kreeg ik net een lumineus idee
Ik dump het op de snelweg, weg ermee
Het einde komt met rasse schreden nader,
We scheren langs de randen van de zeis,
Heins holle ogen schieten vuur en ijs:
Hier helpt geen moederlief of onzevader.
Hoe zal ik gaan? Een breukje in een ader;
Een ruzie over godsdienstonderwijs;
Een liquidatie voor een bodemprijs
Bij confrontatie met een doodseskader?
Het hart klopt nog, mijn ogen zijn nog open,
Ik stel mijn laatste adem even uit
En denk dat ik vandaag nog niet crepeer.
’t Is niet de dood waarvoor ik weg wil lopen:
Het einde is een levenslang besluit
Maar waarom sterft een mens toch duizend keer?