de zon begroet me met haar lentestralen het jaarlijks ritueel gaat zo van start de plas ligt aan mijn voeten, stil en zwart maar geen getreuzel, niet meer langer dralen
de knopen in mijn schouders zijn verward door de seizoenen die mijn geest verschralen en als ik spring, na héel diep ademhalen slaat mij het water ijskoud om het hart
mijn hersens knallen pijnlijk uit mijn kop beloning wacht, het juk moet afgegooid dus ik zet door en bikkel, unverfroren
mijn lichaam soebat, smeekt, gebiedt me: stop! een paar minuten…dan ben ik ontdooid en als die Venus op haar schelp: herboren!