Zal ik u meten aan een dodenmasker? Niet mijn idee, maar van de wetenschap. Ze kleien graag met rottend alabaster, Die lui zijn dol op een genadeklap.
Het is dan ook beslist geen fraai gezicht, U bent toch hoop ik niet op wie u lijkt. Ik zie u liever als in dat gedicht Waarin u ijdel in de spiegel kijkt.
Sonnetje achttien. Dat bent u, niet waar? U had gelijk, het wordt nog steeds gelezen. Men roept maar wat, dat u met allegaar - Behalve Anne dan - heeft liggen kezen.
Uw beeltenis is nu voorgoed verkloot, Ik zag u liever in de Playgirl, bloot.
De autochtone appel, pruim en peer Er wordt nog maar sporadisch in gebeten De mensheid lijkt door importfruit bezeten Ons eigen ooft hoeft vrijwel niemand meer
Een kijkje op de weekmarkt doet me zeer Daar wordt met kiwi en banaan gesmeten Geen autochtone appel, pruim of peer Er wordt nog slecht exotisch fruit gesleten
We moeten strijden voor een ommekeer We mogen onze vruchten nooit vergeten Dus zuiver net als ik de voedselketen Bijt slechts in Hollands fruit en red de eer Van autochtone appel, pruim en peer