Je rent 400 meter met de discus
Je stoot de kogel tegen je meniscus
Je werpt de polsstok opwaarts als een speer
En die komt dan helaas gelijk weer neer
Je steeplechaset een horde in je kruis
Je hinkstapstrompelt moedeloos naar huis
Je rent 400 meter met de discus
Je stoot de kogel tegen je meniscus
Je werpt de polsstok opwaarts als een speer
En die komt dan helaas gelijk weer neer
Je steeplechaset een horde in je kruis
Je hinkstapstrompelt moedeloos naar huis
Hij heeft geen puf. Zijn adem piept en fluit.
In schuifeltred komt hij maar net vooruit.
Hij sleept zich door de veel te lange dagen.
Je hebt geen hart als je geen actie neemt.
Wat maakt zijn leven minder lamgeslagen?
“Een ander hart”, beweert de therapeut,
“dat er niet is”. De noodklok wordt geluid.
De overheid komt om het jouwe vragen.
Je hebt geen hart als je geen actie neemt,
want het wordt door het ziekenhuis geclaimd.
Zo gaat je lichaam harteloos ter aarde.
Voor hem voelt het nog wel een beetje vreemd
dat hij weer rennen kan langs bos en beemd.
Jouw hart geeft aan zijn leven nieuwe waarde.
(Het jaarlijkse pi-sonnet van Niels wordt dit jaar te laat geplaatst, niet omdat hij de deadline niet haalde, maar Stephen Hawking wel)