800px Sprookjes van Bechtstein t Dwergenmutsje Freddie Langeler
Bron: Wikimedia Commons
 
Er waren twee kabouters,
ze heetten Ruw en Bot.
Ze maakten altijd ruzie
en daarbij ook veel kapot.
Ze trapten tegen bomen aan
en scholden vogeltjes verrot.
Zo doolden ze maar door het woud,
dreven met iedereen de spot.
Ze kwamen bij een kleine hut
met een bordje: ‘Hier woont God’.
Een man met baard stond voor de deur
en Bot riep: ‘Ha, een ouwe zot’.
Ruw gaf de oude man een duw …
nu volgt een wending van het plot.
Met zachte hand greep God toen in,
de ventjes werden Lief en Lot.
Het zijn nu vriendelijke elfjes,
hun mondjes zitten wel op slot.
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

De Schinkelwink



De schinkelwink zit triest in bad,
allenig, zonder eendjes.
Ze heeft geen protzels, moet op pad
op korte, kromme beentjes.

Ze heeft een protzelschinkeltuig
en schinkelt om den brode.
De weg is lang, het pad is ruig,
maar protzels zijn de mode.

Na lange tijd komt zij weer thuis,
een grote tas vol protzels,
haalt haar machientje uit de kluis
en slurpt een bord met schnotzels.

Daarna doet zij de streuvels dicht
en schinkelt in het donker
want dat is schinkelwinkse plicht,
zo staat het in de Glonker.

Nee, niemand weet hoe zij het doet.
Wil jij er ééntje kopen?
Dit is mijn raad, dus luister goed,
zet al je oren open:

de schinkelwink houdt niet van geld,
van bloemen, boterkoeken,
een bord vol schnotzels is wat telt...
dus veel succes bij 't zoeken!

De gezongen versie valt te beluisteren op http://veradebrauwer.nl