Ze zweefden samen op het groen tapijt In onnavolgbaar sierlijke figuren Die zomeravonddans mocht uren duren Of zelfs tot aan het einde van de tijd
Ze wisselden geen woord en zelfs geen namen Bewogen slechts als door een draad geleid Een feest van elegante wendbaarheid Totdat ze neus aan neus tot stilstand kwamen
Toen kwamen ze dan toch nog aan de weet Dat hij zich Stihl noemt, zij Husqvarna heet