religie
Flickr.com
 
Het is vooral een goddelijk theater,
men laat zich graag met opium verdoven;
het toveren met brood en wijn en water,
het eeuwig leven na de dood beloven.
 
Belijdenis, profeten en mirakels,
de hoop, de liefde, offers en het zwaard,
de brandstapels, de bloedige spektakels.
De hele santenkraam. 't Is lezenswaard.
 
Maar kom niet aan met hemels en met hellen,
met maagden en met terroristendriften,
of met dat dwaze laatste oordeel vellen
op basis van die heilige geschriften.
 
Geef mij geen goden, maar de prosodie,
want mijn religie is de poëzie.
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Crisisjaren

Werklozen in de rij Row of unemployed 5371990267
Wikimedia Commons
 
Met dertien ging ik naar de zagerij
Drie boterhammen en een veldfles thee
Gaf moeder me om vijf uur ’s morgens mee
Om zes uur ’s avonds was ik pas weer vrij
 
Lawaai en stof, de tijd ging niet voorbij
Het hout was zwaar, ik sloofde voor wel twee
Maar werd gekat, mijn werk was nooit oké
De baas, een zuiplap, had de pest aan mij
 
Die kwade middag kwam hij naast me staan
Gaf me een zet, het zaagblad greep mijn trui:
Veel bloed, mijn onderarm totaal ontveld
 
Zijn eigen schuld, werd moeder thuis verteld
Want hij is roekeloos, hardleers en lui,
Pas na de oorlog vond ik weer een baan