laan

De laan waarin we woonden
had geen eind en geen begin,
en alles wat bestond lag daar
voor altijd tussenin.
 
We kenden elke tegel, alle bomen,
begroeven schatten in de grond.
In eenendertig stappen bij elkaar,
ons zakmes sloot een bloedverbond.
 
Kunnen we nog eens teruggaan,
al is het voor één dag?
Buiten spelen, of met de racebaan,
dat groot zijn eventjes vergeten.
 
En dan blijven voor het eten,
als het van je moeder mag.
 
Reprise in het kader van de week van de poëzie, thema vriendschap.
Hier staat een ingesproken versie:

 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Doorzetter

Al jong wou ik mijn damtalent ontginnen
Maar na een maand of twee, drie gaf ik op
Zelfs mijn demente oma gaf me klop
Al wilde ze me dolgraag laten winnen

Ik leek met turnen meer een houten pop
Mislukte in de F’jes als linksbinnen
Bij judo was ik een der grootste minnen
En op de tennisbaan was ik een flop

Met boksen kreeg ik stoot na stoot te innen
Als loper liep ik nooit een keer op kop
En voor mijn hockeyteam was ik een strop
Iets slims kon ik als schaker niet verzinnen

Al vond ik niet bepaald mijn draai als sporter
De wielerwereld bracht me wel succes:
Op Tourmalet, Ventoux of Alpe d’Huez
Ben ik de mafst geklede toursupporter

 
Uit: Eeuwig rijzen, uitgeverij de Contrabas, 2011