Ik zie een man die lampen kopt
Daar meijert iemand knip
Wie met haar vacht de leeuwen fopt
Verdient een dikke stip
Ik zie een man, hij bergt een blom
Een ander wijnt de koel
Ferricht een elf, kom daar eens om
En elk heeft zo een doel
Ik zie een man die meijert woort
Tsja, met een T, ’t is ongehoord.