Het jaar was om en als gewoonlijk blijven schaapjes binnen. Een watertje, wat gras; men praat genoeglijk met het vee. Wat heerlijk om het nieuwe jaar eens rustig te beginnen Dat dacht het schaap Veronica vanmorgen bij de thee. Zo niet de dames Groen; ze liepen hossend door de straten En belden luidkeels juichend bij het arme schaapje aan. “U gaat toch met ons mee naar zee? Nee, stil, hier helpt geen blaten, We hebben hier een badpak en het zal u beeldig staan.” Veronica verbleekte en haar lip begon te trillen: “Ik hoef toch zeker niet…” maar voor ze uitgesproken was begonnen onze dames haar al uit de jas te tillen, en hesen haar in zwemgoed, mét oranje muts en das. “De plaatselijke slager wil een centje bijverdienen, Wij breiden alle logo’s in de sjaals tegen de kou.” Het schaapje in de auto, ze begon van schrik te grienen. “Ach gut,” susten de dames, “wees toch stil, tuttut, nounou.” Ze kwamen bij het strand en met nog duizend and’re dieren Stond daar het schaap Veronica te bibb’ren aan de kant. De dames liepen half decent te joelen en te gieren En schoten na het fluitsignaal vooruit over het zand. De duik, dan warme chocomel en erwtensoep met worst; Ons schaapje keerde huiswaarts met een koutje op de borst. |
|
|
|
|