Warte nur, Warte nur,
G. van het Reve schetst:
Af en toe dichten, dat is
Comme il faut
Toch schrijf ik liever geen
Avondroodkundige
Diepe gesprekken in winkels
Enzo
De witte Sneeuwklok aan het eind van haar Latijn
Is zichtbaar drachtig van met zaad gevulde koppen
De Blauweregen zwaar van honderdduizend knoppen
Ontluikt haar ogen in een waas van blauw satijn
De Rododendron staat op barsten van het paars
En de Hortensia bebladert teer haar stokken
De Schoenlapplant ontdoet zich van haar wintersokken
En steekt haar voeten in een purp’ren voorjaarslaars
Dan krimpt de wind en ieder grijpt weer naar zijn wanten
De kou slaat toe en nachtvorst rijpt op plant en struik
De thermometer maakt een diepe steile duik
En hagelstenen springen op naar alle kanten
Maar wees gerust, zo’n koustuip is van korte duur:
De zon haar noorder declinatie groeit per uur