Mijn moeder kende haar als Stientje Engel
Een schoolvriendin uit de Spaarndammerstraat
Het kind dat altijd zong van vroeg tot laat
Tot buren riepen ‘stop met dat gejengel’
Wat lessen in het operettekoor
De zangclub van de buurtvereniging
Een internationale vriendenkring
De eerste hoge C, Christien zong door
Nét dertig start haar primadonnaleven
Die Zauberflöte, Königin der Nacht
Ze kreeg de hele wereld in haar macht
Maar was ‘gelukkig zo gewoon gebleven’
Nu zingt ze solo in de hemelkoren
Zó hoog dat wij haar niet meer kunnen horen