Zijn vrouw strijdt tegen hem een zware strijd. Als echtgenoot is hij een potentaat die vrouwen ziet als koffieautomaat maar wel op zondag de rollade snijdt.
Die kamerbreed om recht voor allen pleit, (wat hij z’n vrouw in wanhoop wensen laat) en voor de macht van ’t proletariaat als onafwendbaar socialistisch feit.
Met: ”Heren, ‘t stelsel is vermolmd en rot”, roept hij in ’t parlement de opstand uit. Dat loopt hoog op. De spanning is te snijden.
Helaas, de staatsgreep is een zwaktebod omdat hij in z’n stappenplan niet duidt hoe je, wie al bevrijd is, moet bevrijden.