Rats! daar scheurt de bilnaad van mijn broek
Ik kan mij nu op straat niet meer vertonen
Eén kleine wind, een kuch, daar viel het doek
En ik moest naar een kledingzaak op zoek
Hachee; daar raak je mooi van in de bonen
Mijn tweelingbroer werd nooit geboren
Hij zag niet eens het levenslicht
Dus niemand zag ooit zijn gezicht
Of zal ooit van zijn daden horen.
Hij zou de vrouwen zeer bekoren
De mooiste was voor hem gezwicht
Hij had natuurlijk overwicht
En zou het mooiste doelpunt scoren.
Hij kwam in menig nieuwsbericht
Als soort van superman naar voren
Want hij verdiende wel zijn sporen.
Het is mijn dure dichtersplicht
Dat ik hem hier voor dit gedicht
Als onderwerp heb uitverkoren.