Mijn competitie-gen: nooit opgekweekt
Ik ben niet – wat je noemt – sportief geboren
Geen ideale held die tot mij spreekt
En die mij prest om nog een punt te scoren
Het boeit me niets als ik iets heb verloren
De zomer is weer zwaar met sport gevuld
Er wordt in huis en tuinen luid gebruld
In voor- en nabeschouwing slap geluld
Ik zit het liefst in mijn ivoren toren
En stel dat sporters absoluut niet sporen
Dat niemand voor zijn lol zijn botten breekt
Wie zoiets doet is leeg tussen de oren
Of op zijn minst voorgoed mentaal verweekt
Zo, heb ik nu genoeg gezedepreekt?
Copilot