Een koop’ren koning met een houten kroon:
Hij wilde niet regeren maar besturen
al moest hij eerst een ballingschap verduren
voordat hij plaats kon nemen op de troon.
Een ingekeerd onaangenaam persoon
werd hij genoemd, grossier in vreemde kuren;
te vaak in onmin met zijn zuiderburen
en onderwerp van grove spot en hoon.
Hoe kan het toch dat wij die man vereren?
Als koning-koopman keerde hij het tij,
bracht nijverheid, techniek en industrie;
bleef tegendraads het land moderniseren.
De suffende regentenmaatschappij
ontwaakte en kreeg nieuwe energie.