Ter gelegenheid van de stadsdichtersverkiezing in Veenendaal - waarvoor ik opnieuw genomineerd ben - heb ik onderstaande versvorm bedacht. Op aanmoediging van Frans Woortmeijer breng ik 'm ook hier te berde.
Het Veens sonnet is als versvorm geïnspireerd op de vlag van Veenendaal.
Rijm: abab cd ee dc baba. Bij voorkeur wisselend mannelijk-vrouwelijk in de ab-kwatrijnen (zoals de zwarte banen in de vlag wisselen van breedte); stevig mannelijk rijm in de cd-distichons.
Metrum: Pentameter is altijd fijn, maar onderstaande viervoeter werkt ook wel.
Het eerste kwatrijn is te gebruiken als exposé, het laatste werkt als volta. De cd-distichons kunnen een soort tegenstelling laten zien. Het ee-distichon werkt als verbinding – of scheiding, net wat je wilt. De rijmen zijn verder nog gespiegeld, zoals ook de Veense vlag horizontaal symmetrisch is.
Vooruitgang ging hier vliegensvlug:
Wie Veenendaal komt binnenrijden
Ziet van haar oorsprong niks terug
Eerst was er veen, toen groene weiden
Twee delen telde Veenendaal
In Gelre één, en één in ’t Sticht
Je had toen dus twee soorten mens
De Grift bepaalde steeds de grens
Veel later werd die kloof gedicht
Nu zijn we één, is de moraal
Nog zijn er dingen die ons scheiden
In links of rechts, in slap of stug
Zo’n thema hoef je niet te mijden
Dus zoek verbinding: bouw een brug!
Met de hartelijke uitnodiging tot feedback - of een eigen poging.