Ik wandel kalmpjes langs de waterkant
Met mijn bejaarde, zeer demente oom
We stoppen bij een theehuis met een vlonder
Voor appeltaart met versgeslagen room
Hij kliedert kwijlend heel zijn rolstoel onder
Likt dan de resten smakkend van het chroom
Ik ben eraan gewend: niets aan de hand
Hoe heerlijk, zo te leven zonder schroom

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Een kwestie van vorm

Wie meent dat ik zal sterven, heeft het mis.
Ik ga wel dood natuurlijk, wordt begraven,
maar prompt daarop volgt mijn herrijzenis
doordat ik velen met mijn lijf zal laven.
 
Ik keer weerom in al wat levend is,
ik heb voor allebeest de rijkste gaven,
ik vorm voor tor en worm de rijkste dis;
en hangt men mij, voor gieren en voor raven.
 
Atomen, moleculen blijven immer:
in water, lucht, de aarde of het vuur.
Of worden Licht – verdwijnen doe ik nimmer,
ik keer – ha Kees! – terug in de natuur.
 
Zo zal ik bij mijn nabestaanden blijven;
ook nabestaand, alleen in andere lijven.