Wikimediacommons
Een wants bewoont in Bovensas
een tweepersoons relaxmatras.
Hij gaat er met wat vlooien mee,
bezoekt het kleine stamcafé
en daar ontmoet hij op z’n tijd
zijn hartsvriendin, een leuke mijt.
Het leven is dan één groot feest
Maar lig ik eenmaal in het graf
Dan vind ik het wel mooi geweest;
Die afterparty sla ik af