Mijn grote droom: de halve marathon.
Ik ging me vele weken voorbereiden
– goed eten en blessureleed vermijden –
en hoopte dat ik daardoor stralen kon.
Met sportdrank in een fleurige bidon
zou ik de topatleet in mij bevrijden:
ik scherpte gaandeweg mijn rondetijden
bij elke training in de avondzon.
Het startvak vol met popelende lijven,
met vuurwerk, feest en enthousiaste beats,
die ieder richting finish moesten drijven.
Toch merkte ik al snel: nee, dit wordt niets,
al is er één ding dat me bij zal blijven:
bemoediging vanaf de bezemfiets.
Ik ging me vele weken voorbereiden
– goed eten en blessureleed vermijden –
en hoopte dat ik daardoor stralen kon.
Met sportdrank in een fleurige bidon
zou ik de topatleet in mij bevrijden:
ik scherpte gaandeweg mijn rondetijden
bij elke training in de avondzon.
Het startvak vol met popelende lijven,
met vuurwerk, feest en enthousiaste beats,
die ieder richting finish moesten drijven.
Toch merkte ik al snel: nee, dit wordt niets,
al is er één ding dat me bij zal blijven:
bemoediging vanaf de bezemfiets.