ze klitten in bedompte roversholen
en bezigen de liederlijkste taal
hun normbesef is nul of marginaal
ze dragen messen, erger zelfs … pistolen

ze slapen in de goten en riolen
ik noem hun trek naar hier catastrofaal
noem mij maar dom of rechts en radicaal
ik haat die lui als hondenpoep aan zolen

je ziet ze vaak in kroegen samenscholen
ze stelen en ze maken veel kabaal
zo’n meldpunt is voor burgers ideaal

door mij van ganser harte aanbevolen
ga maar terug, naar Walcheren of Tholen
die Zeeuwenoverlast is niet normaal
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

De waarzegster

Het kleine vrouwtje pakte plots mijn hand
En trok me bij haar kermistent naar binnen
Ze zag in mij allicht een goede klant
En hoopte snel wat zakcentjes te innen

‘Zeg vrouwtje, ’ sprak ik quasinonchalant
U zult eerst mijn vertrouwen moeten winnen’
Haar ogen spuwden vuur. Ik vroeg: ‘Contant?’
Of kan ik hier in deze tent ook pinnen?’

‘Ik zie, ik zie…’ (nu moest ze wat verzinnen)
‘Ik zie u op een wit, verlaten strand
U bent een mooie vrouw aan het beminnen
‘Ik zie… dat u verschrikkelijk verbrandt!’

‘Genoeg!’, riep ik ontstemd: ‘Dit wordt te dol
Mevrouw, u heeft de zomer in uw bol!’