de blauwe loper torst het defilé
van kwijlende hyena’s en reptielen
gehersenspoelde kruiperige zielen
een ongekende stroom van diarree

de zeer vereerde leeuw speelt keurig mee
hij knikt naar hen die in devotie knielen
hun gladde tongen koesteren zijn hielen
hij voelt zich sterk en denkt: “je maintiendrai”

dan krijgt hij zin om vorstelijk te brullen
doch zijn leeuwin kijkt hem vermanend aan
haar blik verraadt een koninklijk besluit

zijn geldingsdrang moet hij beslist verhullen
geboeid zal hij dit schouwspel ondergaan
hij veegt een hermelijn de mantel uit

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Elfstedenversje

Berend Botje zou uit rijden
Snoeihard langs elf steden glijden
Het ijs leek sterk, het ijs bleek zwak
Mooie droom, toen schrok hij wak

Laat het ijs nu maar verspochten
Want er komt geen Tocht der tochten
De koek is op, het zopie laf
Berend, zet je ijsmuts af

Een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven
Alle heisa overgedreven
De snert verzuurd, de rookworst koud
Berend die een bootje bouwt