de dichter moet door diepe dalen gaan
zijn hele leven is een trieste bende
waar tijd verstrijkt met zwelgen in ellende
de wanhoop is niet bij hem weg te slaan
hij sleept zich voort, gebogen, ongeschoren
hij sleept zich voort, gebogen, ongeschoren
gekreukte lompen rond een mager lijf
het drinken als voornaamste tijdverdrijf
de lach is plechtig door hem afgezworen
maar met zijn pen kan hij nog altijd zweven
maar met zijn pen kan hij nog altijd zweven
en lijmt hij scherven tot een fraaie zin
akkoorden door de hemel ingegeven
waarmee hij scoort bij veel te jonge meiden
waarmee hij scoort bij veel te jonge meiden
die schoonheid bij hem vinden, binnenin
ach ja… een dichter kan niet altijd lijden
(Uit de nieuwe bundel Voldaan, uitgeverij Liverse)
(Uit de nieuwe bundel Voldaan, uitgeverij Liverse)