voor hoeden ben ik altijd op mijn hoede
de hoed,  symbool van rijkdom en van macht
ontpopt zich vaak met  veel verbeeldingskracht
als een gezworen vijand van het goede

de  draagster is bij voorbaat al verdacht
ik hoor de woorden die ik reeds  bevroedde
orakeltaal van koninklijken bloede
het onheil dat een ander heeft bedacht

de klaagzang van het ganse kabinet
bezorgt mij  rimpels, hoofdpijn, grijze haren
er wachten ijzig koude tropen jaren
ik doe ontstemd een dronkenmansgebed

ik wil mijn lijfspreuk aan u openbaren:
de boodschap van een hoed is meestal pet

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Feestdichter

poet pixabay
Pixabay
 
 
Familiejubileum ….
‘Schrijf jij een vrolijk vers?
Jij zat op het lyceum
en werkte bij de pers.’

Elk heeft wel een excuus
om niet te hoeven schrijven.
Kees ligt aan het infuus,
Manon moet rustig blijven.

Henk ziet maar voor een kwart,
Toos tobt met haar gekuch,
Bert heeft het aan zijn hart,
Ron heeft het in zijn rug.

Zelf ben ik wat reumatisch.
‘Wij zorgen voor de slingers,’
roept iedereen empathisch,
‘jij hebt het in je vingers.’