Gesprek tussen Mr. Drs. L.C. Brinkman en Drs. P ter opening van Bulkboek’s dag van de Literatuur Den Haag, 1 maart 1989 (tekst van Drs. P)
B Wie schrijft, die blijft
P Wie leest, die is geweest
B Geweest? Hoezo geweest? Wat wil dat zeggen?
Voor mij klinkt dat bijzonder negatief
P Als ik het dan even uit mag leggen
Verlos ik u wel van dat ongerief
Gesteld, dat men lectuur in handen heeft –
Bijvoorbeeld een roman of een gedicht---
Wel, wat gebeurt er dan?
B dat men beleeft
Wat die lectuur te melden heeft, allicht
P Dat heeft u zeer scherpzinnig opgemerkt
Het blijkt dat u zich ophoudt met cultuur
B Jawel, maar daartoe blijft het niet beperkt
De volksgezondheid geeft me rust noch duur
En verder nog…
P Kortom, u heeft het druk
Maar nu terzake weer. De mens die leest
Kan dan en later spreken van geluk
Die is in zijn lectuur op reis geweest
En kent een wereld die een ander mist
Ik kan het ook nog anders formuleren
Die is als ’t ware geestelijk toerist
En heeft iets voor, dat mag men wel beweren
Die is geweest waar velen nimmer komen
Vandaar: wie leest…
B Ja goed, gesnapt, accoord
Maar waarom niet een ander rijm genomen?
Bijvoorbeeld geest, een indrukwekkend woord
Wie leest, verrijkt de geest, hoe lijkt u dat?
P Hier horen wij nu eens een spreker die…
B Wie leest die is geen beest, ik noem maar wat
P Talent heeft, en gevoel voor poëzie
B Wie leest, is onbevreesd zou ook wel kunnen
Wie leest, geniet het meest is lang niet gek
P Ik zou u graag een uurtje spreektijd gunnen
Maar drie minuten staan voor dit gesprek
B Men leest ook in Uitgeest en Avereest
Waardoor men van zwaarmoedigheid geneest
P Er eindigt veel, dat geef ik toe op –eest
B En wie een studie niet voltooit, die sjeest
P Nu is er welgenoeg geznuwpeesd
B Dus hier begint het literaire feest