Ik heb de zaken nog eens afgewogen,
heb mij heel openhartig afgevraagd
of u een oude freule soms graag plaagt,
wellicht is uw imago slechts gelogen.
U kan misschien op buik en kaalheid bogen,
als Don Juan bent u niet half geslaagd.
Ik wed dat u in bed ook sokken draagt
en zoiets kan de wellust niet verhogen!
Neen, neen, uw mooie woorden zijn bedrog!
Ik zoek me zelf een laatste-reisgenoot:
nog jong, gespierd, behaard en cash betaald,
die om mijn landgoed, geld, kasteel niet maalt.
Toch erft die lieverd alles bij mijn dood:
van adel wordt mijn blauwe Duitse dog.