Als Christus aan het kruis droogt hij zijn vlerken, zijn kleur is van de nachtzij, hellepek. Met platvoeten en enterhaakse bek een druipende sculptuur op kerk of zerken. Zijn kop draait cirkels op de slangenek, sinds Exorcist ook een der duivelswerken. Bezeten is hij in dit bronsttijdperk en zijn wijfje wacht hem op het takkendek. Schaars sprokkelwerk tot knekelnest gekrikt. Haar groene oog glanst naar hem, opgewonden. Hij gorgelt naar haar en zij koert verstikt. Wie kan de paring van die twee doorgronden? Zij wordt betreden, in haar kuif gepikt. Het maken van een ei duurt drie seconden.