Zal ik mijn appels gaan rapen of plukken?
Wacht ik op stormen met herfstige nukken
zodat ik enkel nog maar hoef te bukken
als ik een appel wil eten?
Zal ik mijn appels gaan plukken of rapen?
Als ik ze pluk kan geen rups ze nog kapen,
maar ik ben niet voor een ladder geschapen;
ik ga bij voorbaat al zweten.
Zal ik mijn appels gaan rapen of plukken?
Ik kan van keuzestress bijna niet slapen.
Geen van de opties kan mij echt verrukken.
Zal ik mijn appels gaan plukken of rapen?
Ik zou het werk’lijk niet weten.
Gisteren, zaterdag 19 oktober, heb ik dit gedicht mogen voorlezen in de kerk van Gelselaar, tijdens de afsluiting van de
Appeldag aldaar. Ik was met 3 gedichten genomineerd in de poëziewedstrijd, hetgeen resulteerde in de 2e en de 3e prijs. Dit gedicht viel niet in de prijzen, maar ik wil het hier noemen vanwege het rijmschema, waarvan ik hoop dat het navolging krijgt.
De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik vanmorgen nog een aanpassing heb gemaakt: een storend rijkrijm is verwijderd uit strofe 1 en de regels van strofe 3 zijn gehusseld.
Ik noem deze versvorm
wisselrefrein. (Aanvankelijk wilde ik het “wisselrondeel” noemen, maar volgens Drs.P heeft een rondeel slechts 2 rijmklanken.)
- Rijmschema Aaab Cccb AcaCb
- Het metrum is vrij. De slotregels (met rijmklank b) mogen een afwijkend aantal versvoeten hebben.
- De refreinregels A en C hebben de volgende opbouw:
o A: begin-van-de-regel woord-1 verbindingswoord woord-2
o C: begin-van-de-regel woord-2 verbindingswoord woord-1