Gebruikersnaam en wachtwoord:
Het land doorweekt, de luchten grijsen menig mens terneergeslagen.Seizoen van storm en zilte vlagenvan brakke dijken, meeuwgekrijs.De holle zee, verstoven duinen.Berooide grond aan lager walwaar bomen kreunen in verval,met koude basten, kale kruinen.Toch hoor je naast de straffe windnog vrij van droeve najaarsbluesde klare lach van ‘t blije kind.En op de beemd -in winterslaap-verheft zich tussen herfstgebroeshet boud geblaat, van ’t Tessels schaap.