prieel (ghazel)
des zomers zit ik graag in mijn prieel
waar ik soms zoete zomerdeuntjes kweel
de ochtendstond is daarvoor zeer geschikt
gekleed in mijn peignoir schraap ik mijn keel
mijn morgenlied mengt zich met vogelzang
hun trillers zijn het waardoorheen ik speel
met langgerekte klanken vult mijn stem
zonder zich in te spannen ons perceel
dat iemand mij een dezer dagen hoort
en dan ‘ontdekt’ lijkt me volstrekt reëel
kort na de lunch breekt er het uurtje aan
dat ik moet rusten en mij erg verveel
om drie uur maak ik snel een aquarel
mijn favoriete kleur is donkergeel
hoewel ik meer van een martini hou
bedoel ik dus die tint van sherry pale
een mens moet over drank niet moeilijk doen
zelf ben ik over niets erg principieel
dat komt goed uit nu ik een minnaar heb
die vlakbij woont net achter Scherpenzeel
zodat hij me bezoekt zo vaak hij kan
voor lachjes en gekreun in het struweel
wanneer zijn stem dan heesgefluisterd is
en ik met hem een mooie Rothschild deel
blijkt pas hoe puik mijn oefeningen zijn
als ik zijn oor met Hannelliedjes streel
© Hannelly Krutwagen-Lemmens