Oom Willem mat wellicht te krap
Hij zuchtte, jongens, dit is pet!
Het is de hoogste tijd, ik kap
Want telkens onderaan de trap
Kom ik niet uit met het parket

Chapeau Remko!
In een eerdere discussie van HVV over deze zeer moeilijke versvorm staat vermeld dat in het schema abaab a vrouwelijk is. Moet die regel ook naar het rijk der fabelen worden verwezen?

Voor wat betreft de "not lebbarg" zeg ik 'DOEN !'

www.hetvrijevers.nl/index.php/forum/41-N...-notlebbarg?start=10

Hier vond ik het, Remko. Waarom trouwens die spatie in het woord? Het is toch ook niet grabbelton?
Ik ga een paar weken freewheelen en laat de notlebbarg voor wat hij is. Ik kijk wel mooi uit:-)

Ik wijs er fijntjes op dat de spatie terecht is: het is een notlebbarg, waarbij het eerste en laatste woord palindromen zijn, maar waar hier twee woorden gebruikt zijn in de eerste regel , dus met een spatie ertussen.

Oei, het wordt hier almaar moeilijker. Straks zitten hier alleen nog Einsteintjes ;-
Pet, sombrero en chapeau Remko!

'te krap' en 'parket', een extraatje dat ik niet gezien had. Dat betekent meer eer voor Remko. En het nut van de discussie is aangetoond.

Zeer zeker, Bas!
Toch woedt in mij nog één vraag.

N.a.v. het gedicht Reeperbahn kwamen we erachter dat de eerste regel van een groeidicht niet per se met een vrouwelijke rijmuitgang hoeft te eindigen.
In het zuiden des lands daagde tegelijk of nee, reeds daarvoor de wijsheid dat er geen versvormen (meer) bestaan waarin de vrouwelijke rijmuitgang in de eerste regel verplicht is. Dat werd ook nog eens beaamd door ene J, woonachtend nipt onder het midden des lands.

Nu citeert een wijs man Drs.P in de hierboven reeds eerder vermelde link
www.hetvrijevers.nl/index.php/forum/41-N...-notlebbarg?start=10 (boodschap 5378):
"De grabbelton is in principe een vijfregelig versje (pentameter, abaab; a vrouwelijk, b mannelijk....)"
En ja, mij lijkt die regel voor een haast onmogelijke versvorm als de notlebbarg (en dat geldt nog meer voor de geniale Koplampianer not lebbarg) tamelijk absurd. Hoe ruim mogen we de toevoeging "in principe" oprekken?
Mag ik concluderen dat die regel ook fijntjes van tafel kan geschoven?

Als slot moet ik nog kwijt dat ik intens hoop dat eerwaarde Koelewijn in deze laatste dagen voor Kerstmis nog een voedzame preek plaatst.

De voorschriften komen uit het bundeltje 'Grabbelton' en daarin zien we dat 'in principe' het streven is, maar geen dogma. Het kan voorkomen dat een woord zoveel rijmwoorden oplevert dat de verlokking het vers uit te laten dijen niet weerstaan kan worden en het vers dan veel langer wordt en ook bij de doctorandus met een mannelijk rijmwoord begint. Ook bij de lobbertang stapt de doctorandus er bij gelegenheid luchtig overheen (isrognat/organist, Aragon/orgaan en ja; grabbelton/lobbertang) om deze vorm niet helemaal onmogelijk te maken.

Dank, Jaap, voor de verduidelijking.
Heeft iemand de uitdaging van Drs.P om van "likeur" zo'n vers te maken, al eens aangenomen?
(Doen, Remko !

Inge Boulonois schreef :
Dat laatste begrijp ik niet helemaal, Inge.
Mijn poging hiertoe is, in de link die je al eerder vermeldde, onder het kopje ‘vertegenwoordiger” al zo’n 2 jaar en acht maanden te bezichtigen.

Gespitst op de formele kenmerken van de notlebbarg heb ik daar gigasnel overheen gesurft. Die uitdaging vond ik voorin het boekje Grabbelton van Drs. P.
Maar bravo, Remko! Is werkelijk geweldig...