Heren, ik geloof dat jullie de titel van dit draadje iets te letterlijk nemen...
Natuurlijk deugt er in de maatvaste ogen van "ons soort dichters" niet al teveel van Wilbers' verzen. Maar dat jullie dat nu meteen tijdens het welkomstwoord al breeeeed uitgemeten in Bèrs gezicht te knallen is niet aardig.
Meestal ben ik degene die met een hard oordeel klaar staat, nietwaar dames?
Wat mij helpt, Bèr, is het samen lezen van gedichten in een klein clubje "critical friends". Ons viertal, het Drents dichterscollectief, voorheen "De Loftrompet" komt op gezette tijden bijeen om gezamenlijk elkaars werk te lezen en te waarderen.
Daarin zijn we niet zachtzinnig met het beoordelen van elkaars werk. Maar we hebben wel een set duidelijke afspraken:
- als je een dichtvorm kiest, voer die dan ook consequent door
- geen concessies aan metrum en rijm
- kill your darlings
- als een vers niet "loopt" is het voor de toehoorder / lezer ook niet te volgen
Ik merk: je bent je eigen criticus. Ik ken dat.
Je loopt het risico om in je eigen valkuilen te duvelen.
De twee redelijk lijvige kritieken hieronder zijn, hoewel hard en enigszins onbekookt, wel gemeend vanuit kwaliteitsoogpunt.
De standaard is hoog. We helpen je graag die te bereiken.
Daarbij nog toegevoegd: Meerderen van ons hebben een of meer boeken uitgegeven. Dat is op zich geen criterium.
Ons meesterschap laat zich aan ons vakmanschap afmeten, zowel technisch als inhoudelijk. En vooral aan het plezier dat wij eraan beleven (ook al vliegen we elkaar soms naar de strot...
Groet,
Ben