Zeg, vroeg het schaap Veronica, zou ik mijn vacht bederven Wanneer ik in een winkel waar men nu dat spul verkoopt Een bus oranje verf koop om mezelf daarmee te verven? En word ik dan een kuddedier dat in de massa loopt?
De dames Groen verzuchtten: Och wat stelt u rare vragen! Waarom toch zou u zoiets doen? U heeft zo’n mooie vacht! U zou uzelf, zo menen wij, als schaap enorm verlagen En dat is iets wat wij van u echt nooit hadden verwacht.
Maar beste dames, sprak het schaap, u wilt toch niet beweren Dat u niet snapt waarom ik nu die vragen aan u stel. Inmiddels hult half Nederland zich in oranje kleren. Ik vraag het aan de dominee, die snapt mij zeker wel.
De dominee kwam desgevraagd Veronica bezoeken. Hij bracht een grote toeter en oranje slingers mee. Die hing hij in haar kamer met punaises in de hoeken. En zei: het verven van uw vacht vind ik een puik idee.
Op zoveel enthousiasme had het schaap niet echt gerekend. Ze werd er in haar schapenhart wat zenuwachtig van. U bibbert, sprak de dominee, ik vrees dat zulks betekent Dat u bij nader inzien toch weer afziet van uw plan.
Da’s spijtig voor Oranje, want als u het niet wilt doen Dan worden onze jongens vast geen wereldkampioen.