Ik zit op een terras en drink een biertje
De iPad en Jaap Bakker bij de hand
Op zoek naar inspiratie in de krant
Ik zwoeg hier nu al weer een stief kwartiertje
Een actueel gedicht voor de finale

Wat vrees ik mijn rivalen

Finale?

Een actueel gedicht voor de finale
Is meestal geen probleem maar wordt het moeten
Dan zegt de rijmelaar in mij: ‘De groeten!
En zwijgt hij plotseling in alle talen

Een fluistering : ‘Wat rijmt op lege handen?’
‘Schiet op’ zeg ik, hij antwoordt: ‘Mond vol tanden’

Het speedssonnet van Niek en het a propos van Bart maken het probleem met het a propos duidelijk: het is eigenlijk een misvormd snelsonnet waarvan het distichon is gesplitst en nog slechts uit een regel bestaat. Het kwatrijn van het speedsonnet is een kwintijn geworden. Gedichten die eindigen op slechts een enkele regel als uitsmijter zoals ook het cholerische sonnet zijn voor mijn gevoel dan ook vaak gezocht en minder trefzeker.

c.a.
Frits

Ha Frits,
Ik denk niet dat je het snelsonnet en de à propos met elkaar mag vergelijken. Het zijn twee verschillende versvormen met verschillende eisen. Het snelsonnet is ervoor gemaakt om na de chute met een goede uitsmijter te komen. De à propos heeft deze eis simpelweg niet, zoals Bas en Inge ook laten zien. En zo zijn er wel meer vormen, bijvoorbeeld het OB.
In het algemeen is het natuurlijk wel wenselijk/prettiger dat een gedicht met een goede uitsmijter komt. Een fraai voorbeeld van een à propos met een goede uitsmijter vind ik de recente bijdrage van Christiaan (Zeven kikkertjes). De slotregel heeft een duidelijke meerwaarde als terzijde door het verhaal dat het suggereert.
Groeten,
Jaap