Hij dacht dat hij een ezel zag
Die leuke verzen schreef
Maar toen hij weer keek was het slechts
Bas Boekelo, zijn neef
Hij deed verschrikt zijn stropdas af
Die schreiend achterbleef
**
Hij dacht dat hij een fietser zag
Die rondreed zonder stuur
Maar toen hij weer keek was het slechts
Een dronken tureluur
Maar goed ook, sprak hij opgelucht
Want goede raad is duur
**
Hij dacht dat hij een dame zag
Gekleed in morgenrood
Maar toen hij weer keek was het slechts
Een oude motorboot
Gelukkig, sprak hij na een tijd
Ben ik geen duizendpoot
**
Hij dacht dat hij een trekzaag zag
Gekleed in blauw fluweel
Maar toen hij weer keek was het slechts
Een bultige kameel
Hij zei: ik knip zijn oren af
En kocht een zeekasteel
**