Vooraf: Het is verstandig om voor je reageert eerst tot vijf te tellen. Dat heb ik nagelaten. Excuus dus aan Niels.
Het viel mij niet mee om het verhaal echt in de vingers te krijgen. Hieronder geef ik aan hoe ik het heb gelezen.
In strofe 1 wordt een stoere Man geïntroduceerd, voor wie binnen een maand veranderingen op til zijn.
Strofe 2 voert een Vrouw ten tonele, die tot bloei is gekomen, maar nog steeds denkt aan een voorspelling van haar moeder en haar zus (valse krengen) over een gebeurtenis die zal plaatsvinden op een punt waar twee rivieren samenstromen. Inmiddels vertonen de krengen zich in de gedaante van twee heksenbomen. Tot zover de situatieschets.
Bij Judy luidt de voorspelling dat een prins (de stoere Man?) in mei de Vrouw daar met haar vlecht zal wurgen, en dat de vader (van de Vrouw?) na de moord de heksenbomen als hakhout naar huis zal brengen.
Bij Frits wordt de Vrouw een verdrinkingsdood aangezegd. De Man maakt het verschil door de valse krengen om te brengen.
Bij Ben is de voorspelling dat de Man de Vrouw weet te winnen. Hij meldt een episch eindgevecht, en ziet veel sprookjestaal.
Bij Hendrikje is de voorspelling dat de Vrouw door een bruut (de Man?) wordt geknecht. En dat die de heksenbomen gaat kappen om er een (huwelijks?)boot van te bouwen.
Bij Niels voorspellen de valse krengen de komst van een droomprins, ‘maar niet echt’. En dat zou wel eens kunnen kloppen, omdat de stoere, maar ook ijdele Man zich maar moeilijk los kan maken van zijn spiegelbeeld.
Al met al vind ik dat Niels er het best in slaagde om in zijn slotregels verbinding te maken met de Narcissus van strofe 1 en de Assepoester van strofe 2. Bovendien heeft hij het sonnet de meest plausibele ontknoping gegeven. Kortom, de - door mij over het hoofd geziene - laatste inzender Niels is de winnaar geworden. Aan hem de taak om SSXX te starten.
De winnende versie luidt dus:
Hij recht de brede schouders in april
De spiegel toont zijn mannelijke trekken
Getransformeerd door flexen en door rekken
Die laatste maand nog maakt hij het verschil
Zij vlecht de lange lokken in twee strengen
Het lelijk eendje, nu een mooie zwaan
Ze ziet het niet, ze denkt alleen maar aan
Haar moeder en haar zus, twee valse krengen
Die hebben immers aan haar wieg voorzegd:
Het punt waar twee rivieren samenstromen
Daar vind jij ooit je droomprins, maar niet echt
Maar zie ze daar nu staan als heksenbomen
Totdat het pleit voorgoed zal zijn beslecht
Komt hij, of blijft hij bij zijn spiegel dromen?
Tenslotte: de hoofdpersoon met de brede schouders van Frans Hoppenbrouwers was een alfa-stier. De rivalen die hij in april fier bevecht staan loeiend op hun kans te wachten ‘totdat het pleit voorgoed zal zijn beslecht’.
Groet van Hendrik