Voor dit samenwerkingssonnet ga ik terug naar Francesco Petrarca. De regels komen uit een van zijn liefdessonnetten voor Laura, die hij op Goede Vrijdag van het jaar 1327 ontmoette. Het is vertaald door Ike Cialona. Ik heb hetzelfde rijmschema aangehouden.
Ik gebruik de inmiddels vertrouwde notatie. A t/m E zijn de 5 deelnemers die elk 2 regels schrijven. a t/m e zijn de rijmklanken, waarbij a- en c- staan voor vrouwelijk rijm.
De 5 deelnemers leveren daarna allemaal een invulling voor regel 13 en 14.

Petrarca 1.(a-) Het was de dag waarop, uit mededogen
A 2.(b)
B 3.(b)
A 4.(a-)

B 5.(a-)
C 6.(b)
D 7.(b)
E 8.(a-)

C 9.(c-)
D 10.(d)
E 11.(e)

Petrarca12.(c-) Hij heeft, wat ik hem niet ten eer vind strekken
Allen 13.(d)
Allen 14.(e)

Veel succes!

Petrarca 1.(a-) Het was de dag waarop, uit mededogen
A 2.(b) de man zijn lief met kussen heeft gesmoord
B 3.(b)
A (a-)

B 5.(a-)
C 6.(b)
D 7.(b)
E 8.(a-)

C 9.(c-)
D 10.(d)
E 11.(e)

Petrarca12.(c-) Hij heeft, wat ik hem niet ten eer vind strekken
Allen 13.(d)
Allen 14.(e)

Ha dag Jolien,
Mooie aanzet in regel 2!
Wil je svp even naar regel 4 kijken?
Hendrik geeft aan dat dit een a- regel is, dus moet deze op regel 1 rijmen.
Hartelijke groet, Ben

Dank, ik ga het veranderen. Niet goed gekeken.

Petrarca 1.(a-) Het was de dag waarop, uit mededogen
A 2.(b) de man zijn lief met kussen heeft gesmoord
B 3.(b)
A (a-) alleen een beetje uit balans gebogen

B 5.(a-)
C 6.(b)
D 7.(b)
E 8.(a-)

C 9.(c-)
D 10.(d)
E 11.(e)

Petrarca12.(c-) Hij heeft, wat ik hem niet ten eer vind strekken
Allen 13.(d)
Allen 14.(e)

Petrarca 1.(a-) Het was de dag waarop, uit mededogen
A 2.(b) de man zijn lief met kussen heeft gesmoord
B 3.(b) zijn diagnose luidde: licht gestoord
A (a-) alleen een beetje uit balans gebogen

B 5.(a-) waarom zij hem voordien had voorgelogen
C 6.(b)
D 7.(b)
E 8.(a-)

C 9.(c-)
D 10.(d)
E 11.(e)

Petrarca12.(c-) Hij heeft, wat ik hem niet ten eer vind strekken
Allen 13.(d)
Allen 14.(e)

Heel mooi, Ben!

Dank je Bas.

Aan allen: hoe zit het met de animo voor deze vorm?
We hebben tot nu toe 20 mooie resultaten geboekt die zeker de moeite van het nalezen waard zijn.
Wat denken jullie van het voorstel om dit sonnet over de zomer heen te tillen en in september opnieuw op het menu te zetten?
Allereerst geef ik het woord aan Hendrik, zijnde leverancier van de beginzinnen.
Laat maar even horen wat jullie ervan vinden.

Groet, Ben

Petrarca kijkt vanaf zijn hoge wolk
Met aandacht naar wat wij er hier van bakken
Hij overweegt om zelf de pen te pakken
Ten voorbeeld voor ons trage dichtersvolk

Maar ach denkt hij, terwijl hij zit te geeuwen:
Ik gun ze best een samenwerkingsrust
Daarna creëert men weer naar hartelust
Wat is een maand of wat op zeven eeuwen

Dus mettertijd roept hij ons dichters op:
Haal dit sonnet met verve uit het slop

Beste poëten,
Onze interessante reeks Samenwerkingssonnetten is blijven steken in dit Sonnet XXI.
Sinds vorig jaar 19 juni is Petrarca is afwachting van de voltooiing, en ik zou als starter van dit sonnet het sein geven voor de hervatting.
Nu moet gezegd dat de opgave pittig is:
Elk van de vijf deelnemers produceert twee niet-opeenvolgende versregels, die onderling niet rijmen, maar aansluiten op rijmklanken van andere deelnemers. Dat vraagt veel van de samenwerking. Met name om goede assists.

Maar gelukkig heeft HVV intussen enkele veelbelovende dichters mogen verwelkomen die naar ik meen nog niet eerder bijgedragen hebben aan dit genre. Dus wie weet wat een nieuwe inspiratie dat meebrengt! Er zijn voor dit sonnet nog 3 deelnemersplekken beschikbaar. Wie het eerst komt enz.
Voor de laatste twee regels mogen alle vijf deelnemers een voorstel doen.
Lees de instructie aan het begin van het gedicht.

En om eenieder te enthousiasmeren beveel ik ter lezing Samenwerkingssonnet VII aan. Zo leuk kan zo’n sonnet worden!

Veel succes!

Groet van Hendrik

Ik zal eens een poging wagen. Het viel niet mee om een draad te vinden in wat er stond. Ik hoop dat ik de systematiek goed heb begrepen.

Petrarca 1.(a-) Het was de dag waarop, uit mededogen
A 2.(b) de man zijn lief met kussen heeft gesmoord
B 3.(b) zijn diagnose luidde: licht gestoord
A (a-) alleen een beetje uit balans gebogen

B 5.(a-) waarom zij hem voordien had voorgelogen
C 6.(b) zodat hij dacht dat zij nooit had gespoord
D 7.(b)
E 8.(a-)

C 9.(c) Hij moest hoognodig zo nodig nog de kamer checken
D 10.(d)
E 11.(e)

Petrarca12.(c-) Hij heeft, wat ik hem niet ten eer vind strekken
Allen 13.(d)
Allen 14.(e)

Hallo Hendrik,

Natuurlijk wil ik daar een bijdrage aan leveren. Ik ga het bestuderen en meld me daarna weer.

Groet,
Manuel

Petrarca 1.(a-) Het was de dag waarop, uit mededogen
A 2.(b) de man zijn lief met kussen heeft gesmoord
B 3.(b) zijn diagnose luidde: licht gestoord
A (a-) alleen een beetje uit balans gebogen

B 5.(a-) Waarom zij hem voordien had voorgelogen,
C 6.(b) zodat hij dacht dat zij nooit had gespoord,
D 7.(b) de pijl der waarheid had zijn hart doorboord
E 8.(a-)

C 9.(c) Hij moest zo nodig nog de kamer checken
D 10.(d) op zoek naar sporen van zijn bedgenoot
E 11.(e)

Petrarca12.(c-) Hij heeft, wat ik hem niet ten eer vind strekken
Allen 13.(d)
Allen 14.(e)

PS @Hendrik, in mijn beleving zit er nu een incongruente tempus in het eerste kwatrijn.

Dag Manuel,
Volgens mij zijn de regels 5 en 6 het begin van een zin, maar die maak jij in regel 7 niet af. Of lees ik verkeerd?
Groeten,
Niels

Toen ik regel 6 schreef, ging ik er inderdaad vanuit dat regel 5 het begin van een zin was en dan zou regel 7 verder moeten aansluiten op regel 5 zodat 6 een tussenliggende bijzin is. Die had ik dan misschien beter tussen haakjes kunnen zetten.
Dat was de manier waarop ik voor mij kon aansluiten op regel 5, want het was voor mij lastig te interpreteren.

Groeten,

Jaap

@Niels en Jaap,
Ik vervolg de zin wel degelijk, maar door het ontbreken van komma's en het gebruik door mij van een hoofdletter, was dat mogelijk niet heel duidelijk. Ik heb de vrijheid genomen r. 5 met een hoofdletter te laten beginnen en aan het eind van r. 5 en 6 een komma toe te voegen.

Groet,
Manuel

@Jaap, regel 6 had ik ook als tussenliggende bijzin geïnterpreteerd

@Manuel, ik snap het nog steeds niet.
Na regel 5 moet de reden komen waarom zij hem heeft voorgelogen. Die regel is de hoofdzin en moet beginnen met de persoonsvorm. Ik geef twee voorbeelden (niet per se metrisch juist)

• Regel 5 als onderwerpszin (of is het juist het naamwoordelijk deel van het gezegde?): Waarom zij hem voordien had voorgelogen/was angst voor de agressie in zijn ogen (ja, dit is mijn beoogde regel 8 )
• Regel 5 als lijdend-voorwerpszin: Waarom zij hem voordien had voorgelogen/las hij in haar ogen (nee, deze is niet bruikbaar in het gedicht)

Regel 6 wordt ertussen gezet, dus de hoofdzin verschuift naar regel 7. Jouw regel 7 lijkt mij nog een extra tussenregel.
Zie ik het fout?

Hallo Niels,

Ik kon niet zo uit de voeten met regel 5 en 6, en eigenlijk ook niet met de eerste strofe. Daarom bedacht ik dat het ook wel spannend zou zijn als regel 6 een niet-afgemaakte zin zou zijn en de reden van het voorliegen in regel 5 in het midden te laten dan wel aan de fantasie van de lezer over te laten. Met mijn regel 7 "De pijl der waarheid had zijn hart doorboord" vervolg ik het verhaal m.i. dus wel, maar geef er tegelijkertijd een nieuwe wending aan.

Groet,
Manuel

Dan zijn we er volgens mij bijna. Met het voorstel van Niels en het tussen gedachtenstreepjes plaatsen van de regel van Manuel staat er iets wat ik denk ik wel kan begrijpen.
Groet,
Jaap

Petrarca 1.(a-) Het was de dag waarop, uit mededogen
A 2.(b) de man zijn lief met kussen heeft gesmoord
B 3.(b) zijn diagnose luidde: licht gestoord
A (a-) alleen een beetje uit balans gebogen

B 5.(a-) Waarom zij hem voordien had voorgelogen
C 6.(b) zodat hij dacht dat zij nooit had gespoord
D 7.(b) – de pijl der waarheid had zijn hart doorboord –
E 8.(a-) was angst voor de agressie in zijn ogen

C 9.(c) Hij moest zo nodig nog de kamer checken
D 10.(d) op zoek naar sporen van zijn bedgenoot
E 11.(e) en anderszins belastend materiaal

Petrarca12.(c-) Hij heeft, wat ik hem niet ten eer vind strekken
Allen 13.(d) de buurvrouw, die hem troost en koffie bood
Allen 14.(e) tot schuldige gemaakt in zijn verhaal


Jaap, die gedachtestreepjes had ik ook al in gedachten.
Manuel en anderen, ik hoop dat dit een beetje bevredigende afronding is. Mijn beide laatste regels heb ik ook vast toegevoegd.