Een antwoord op de openingszinnen van Achterbergs Ballade van de gasfitter (I) en Spel van de wilde jacht (II). Ter navolging.
In het nooit, dat nog komt, zie ik U weer.
Naar ik hoop heeft u dan wat IQ meer
Hoe ook de schikgodinnen u onthemen,
Ik zou beslist de snelste route nemen
In 't onland stond een hert zo groot als God.
Ik was zijn evenbeeld, hij schrok zich rot
We zijn erbij gaan zitten op het mos
De broertjes Adam, Little Joe en Hoss
Het najaarsgoud is uitgebroken tegen
En heeft daarvan dit braakgebrek gekregen
Het cyclotron heeft ons atoom gespleten.
Maar een vergoeding kunnen we vergeten
II
De mens is voor een tijd de plaats van God
Die door Diens leefstijl nogal snel verkrot
De streek gaat liggen in het blauw vandaag
Kwajongen zit er niet mee in zijn maag
Nu gij geen ander wezen hebben kunt
Zet ik graag achter uw bestaan een punt
't Woord heeft het eerste en het laatste woord
Daartussen wordt alleen mijn vrouw gehoord
Een hemel uit de tijd der romantiek
In goede staat, een koopje: honderd piek
Uit verre aanvang met u
En met uw geest; dit was het voor nu!