Ik heb de zonde ongeremd bedreven
Ja, zusterlief, ik zeg het zonder spijt
Dat elke vrouw, al liep ze in habijt
Van mijn avances wulps begon te zweven

Nee, kind, je hoeft niet zo ontzet te beven
Dat satan mij al in zijn armen vlijt:
Ik heb de zonde ongeremd bedreven
En ben mijn kansen op de hemel kwijt

En toch kan ik met deze toekomst leven
Nu ik in dit tehuis mijn dagen slijt
Als jij, mijn schat, eens vurig met me vrijt
Om mij nog één keer dit gevoel te geven:
Ik heb de zonde ongeremd bedreven

 

Uit: Eeuwig rijzen, de Contrabas, maart 2011

  

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

We waren god, maar zaten zonder meid



We waren god, maar zaten zonder meid.
Dus lazen we begerig in één ruk
de avonturen van Jan Wolkers stuk
als medicijn tegen de eenzaamheid.

Ook Ik Jan Cremer werkte als een drug.
We raakten gaandeweg de onschuld kwijt
en voelden ons uiteindelijk bevrijd
op onze reis naar liefde en geluk.

Ten einde alle mores af te schaffen
ontstond de strijd tegen de constitutie,
de kerk en uiteraard de ouwelui.

Een kleine ritselende revolutie.
Eén ding: we bleven onverminderd paffen.
De provo’s dansten hoestend op het Spui.


* Het ontwaken in de jaren zestig.

Sonnet 12-5 uit de dit jaar nog te verschijnen sonnettenkransenkrans “De vaderlandse geschiedenis” onder redactie van Hilde van Beek en Bas Jongenelen.
(NB: de regels 1 en 14 waren voorgeschreven).