Mijn leeftijd wordt zo zoetjes aan een straf
En brengt me van de drup in koude regen
Het lichaam takelt onrustbarend af
En uit mijn mond en oksels stinkt het laf
Ook heb ik ouderdomseczeem gekregen
 
Ik kan me slechts per looprek voortbewegen
Sinds ik heb moeten scheiden van mijn Daf
Een goed glas bier, ik kan er niet meer tegen:
Mijn blaas die ik beschamend vaak moet legen
Is erger dan een lekkende karaf
 
Mijn vrouw houdt haar verbale knuppel klaar
Want zij heeft van mijn kwaal de meeste last
Dus, heb ik weer eens naast de pot geplast
Dan hoont ze mij als vieze druppelaar
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

De grootmoeder



Nu zou hij haar bezoeken, bij de winde,
Al was hij daartoe jarenlang te laf.
Maar kom, het ging hier om een teerbeminde,
Die daar maar lag te rotten in een graf.

Hij stond er wat verloren. Sloeg linksaf
Een kavel in en liep gelijk een blinde.
Nadat hij uren zocht—het was zo maf!
Bleek naam noch steen noch bloedverwant te vinden.

Hij rende, koortsig spiedend, langs de heggen,
Het hoofd naar wanhoop hergemodelleerd;
Hij móest haar zien. Hij moest haar zoveel zeggen!

Uiteindelijk—zijn vader geprobeerd.
Die wist het telefonisch uit te leggen:
”Ja jongen, oma is ook gecremeerd.”