WikiMediaCommons
Hij zet de Doema stevig naar zijn hand
Kritiek op zijn beleid wil hij niet horen
Protest en weerstand weet hij snel te smoren
Van vrije geesten zuivert hij het land
Zijn rijk heeft pijnlijk veel gebied verloren
Hijzelf is ook al aan de minne kant
En niet gehinderd door gezond verstand
Kiest hij voor oorlog als een vlucht naar voren
Hij waant zich al de nieuwe tsaar, zijn woord
Regeert, roept op tot schandelijke daden
Met steun van patriarch en eigen wet
Zijn lot? Als hij op school had opgelet
Wist hij dat ooit door rode kameraden
De laatste tsaar met kogels is vermoord