droom
Pixabay
 
De droom dat ik ooit faam verwerven zal
Vertaald word en bekroond en stukgelezen
Eenparig door kritiek en fans geprezen
Als ik alweer een prachtboek heb gemaakt
Is pure fantasie, geen boekenbal
Voor mij: ik ben door voorspoed aangeraakt
 
Mijn vrouw heeft nooit als minnares verzaakt
Ik heb geen ziekte die niet kan genezen
Word niet om kruk of rolstoel nagewezen
Zat nooit door drank of drugs aan lager wal
Heb vrienden, werk en geld, ben welbespraakt
En heb twee rechterhanden bovenal
 
Ach, was mijn leven triest, vol zielenpijn
Wat zou ik een gelukkig dichter zijn
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Gott mit Uns!

De EO roept maar steeds dat bidden werkt
En komt dan juichend met geheelden aan
Maar dat bewijs is uitermate pover

Jomanda, hindoepriester en sjamaan
Die komen met hun heidense getover
Oók met een wonderbaarlijk resultaat

Als bidden werkt dan staat daar tegenover
Dat griep met heidendom óók overgaat
Het maakt geen bliksem uit of je vroom kerkt

Zo’n smeekgebed haalt dus geen donder uit
God luistert pas als je je gal eens spuit  




Tot het bezoek aan Indonesië van Juul en Benno (ook bekend als Victor Baarn) was de enige Oranje die wel eens overzee geweest was, graaf Johan Maurits van Nassau-Siegen, die het van 1636 tot 1644 als gouverneur in onze kolonie Brazilië (vlak daarvoor, in 1630, op de Portugezen veroverd) ook nog eens uitstekend deed. Hij wordt daar nog met eerbied herdacht.‘Maurits de Braziliaan’ voerde bestuurlijke vernieuwingen in, breidde de suikerteelt uit en bracht de cultuur tot bloei, toegejuicht door Nederlandse ‘vrijlieden’, Portugese kolonisten en de oorspronkelijke indiaanse bevolking.
Toen hij vertrok liet hij een bloeiende en welvarende streek achter.
De Portugezen, aan wie dit alles ontstolen was, waren uitermate verbitterd en ene pater Antonio Vieira richtte zich in de kathedraal van Babia rechtstreeks tot God met de woorden: ‘Als het Uw wil was deze landen aan de Nederlandse piraten te geven, waarom deed u het niet toen ze nog wild en onontgonnen waren, in plaats van nu? (…)Maar aangezien u, o Heer, het zo gewild heeft, doe zoals U goeddunkt. Geef Brazilië aan de Nederlanders, geef hun alle bezittingen die we nog hebben en plaats de wereld in hun handen! En wat ons, Portugezen en Spanjaarden betreft, laat ons maar aan ons lot over, verstoot ons, vernietig ons, maak een eind aan ons. Maar ik kan niet nalaten U Majesteit, o Heer, te waarschuwen dat er een dag kan komen dat U deze zelfde mensen die U nu veracht en verwerpt nodig zult hebben, maar dan zullen ze er niet meer voor U zijn!’Datzelfde jaar brak een opstand uit tegen de Nederlanders en nog geen tien jaar later was de kolonie weer Portugees bezit.

(Uit: De Canon van Nederland, uitgeverij Liverse)