‘Hoe naar ziel en lichaam staat het?’
vroeg ik aan de bleke Ad.
‘Nou, mijn lichaam heeft – nu gaat het –
danig op zijn ziel gehad’.
Ik zorg voor centen, schone was - en maaltijd:
z0 zij iets yin-en-yangerigs bereidt’t genot is eender, eender ook de pijn