De Parmaham is schreeuwend duur Dat komt door varkenspest Die crisis in de conjunctuur Wordt steeds meer manifest Salami, coppa of guanciale, Is wat ik meestal nam Maar al wat ik nog kan betalen Is Lidl-schouderham
Zelfredzaamheid wordt nu gepropageerd. Weet u in noodgevallen wat te doen? Hebt u nog brandhout en een noodrantsoen voor als u wekenlang in huis kampeert?
Ook mij is deze noodzaak niet ontgaan: ik kocht een wintervoorraad boeken aan.
Zijn kleinzoontje geeft weer een pass met gevoel Een doelpunt. De ouders, gejuich en gejoel Bij hem heeft een schokje zijn been licht bewogen
Zo heeft hij daar alle supporters bedrogen Want dat hij die knikker liefst zelf had geraakt En daarmee de winnende goal had gemaakt Dat zag je alleen aan het kind in zijn ogen
Jong grut en alle vier ADHD’er, als ik wil dichten, krijst er wel een uk. Ik word steeds minder schrijver, meer corveeër, nooit tien minuten werken aan één stuk.
Hoe moet ik omgaan met mijn deadlinejuk? Ik heb geen heidehut, geen onderzeeër, ik ben verdorie vader, geen ME’er, op welke leeftijd worden ze gedweeër?
Gedoe in plaats van dichterlijk geluk: de eerste, tweede, derde, vierde druk.
Haar knappe snoet, de tanden hagelwit. Haar kersenrode lippen en haar haren. Haar ogen waar ik in moet blijven staren. En dan die borsten, ongekend van snit.
Haar gulle lach, haar sierlijke gebaren. Hoe zij beweegt, wat zit zij vol met pit! Wat nu? O lieve, goede God ik bid dat U mij tot haar minnaar wilt verklaren.
Nu opent zij haar mond, ik hoor haar stem. Is zij nou schor of zit een stemband klem? Zij lijkt zo net een oude koffiemolen, een knarsend wiel, een schuivend vrachtje kolen. Die aanslag op mijn oren brengt verdriet. Och Heer, verhoor mijn bede toch maar niet.
Er is er steeds één die met Kerstmis Bepaalt welk gerecht het perverst is Een gast zoals Kees Want Kees eet geen vlees Die eet principieel slechts een gerstdis
Zelf stem ik ieder jaar weer op duetten Op Paul en Art maar ook op Don en Phil Nick Cave en Kylie, Jennifer en Bill Ik blijf ze steevast in mijn lijstje zetten
Wie ook de Top 2000 mogen halen? Naast Brood en Vrienten hoop ik BLØF en Geike Maar wie er bovenaan mijn stemlijst prijken Zijn List & Shaffy met hun Pastorale
Dan heb je nog het duo Loes & Piet Mijn buren draaien luid hun levenslied De hele nacht, ik kan er niet meer tegen
Ik doe het raam en ook mijn waffel open En schreeuw: zijn jullie helemaal bezopen!? Zo hebben zij toch ook mijn stem gekregen...
Afgelopen vrijdag was de laatste dag van de Top 2000 stemweek.
Een bonobo uit Raamsdonksveer Kreeg les in evolutieleer Die werd er stevig ingeramd 'En dat de mens van u afstamt' Zo sprak een Darwinpuritein 'Daar moet een aap heel trots op zijn!' De bonobo keek schuin naar boven En ging toen in zichzelf geloven
Geachte burger, wees niet langer bang Er is iets slims al noemt men het onecht Het handelt heel precies bij elk gevecht En gaat bij dreiging zelfs zijn eigen gang
Het is veel meer dan wat ik van een tank denk Ik stel u voor aan Leopard de Denktank
een blauwe maandag was ik zanger van een grootse band we waren aan de Schelde waar we uren mochten spelen daar stond ik fier als frontman van de Band die niemand kent
we hadden druk geoefend en we zouden harten stelen maar in een show vol branie keek ik tegen ruggen aan het deed ons verder weinig want ze waren niet met velen
bij ‘Twèfel en de spèt’ zag ik de eerste mensen gaan waarna een stel bij ‘Binne bùitûh’ stilletjes ging mokken ik wist, de Band die niemand kent, wordt onrecht aangedaan
‘Ut âhwe strandhùis’ maakte dat een jongen wilde knokken bij ‘Al ut liefs ùit Londe’ keek een clubje gasten suf die ‘Hardâh, dan ik hebbe ken’ met stille trom vertrokken
de show was ongekend, alleen de zaal had niet veel puf ze konden hier geen Haags waarderen, zelfs geen Haagse Bløf
Precies drie jaar geleden stierf Daan de Ligt, Stadsdichter van de Haagsche Courant en een der dichters van het eerste uur bij Het vrije vers. In 2016, het jaar van zijn overlijden, gaf hij zelf nog de bibliofiele bundel handgeschreven gedichten uit. Het volgende sonnet is daaruit overgenomen.