De inzendingen voor de wedstrijd blijven binnenstromen. Hieronder twee van de vele binnengekomen verzen.
Mama Tandoori
Mama Tandoori hoorde eensklaps stemmen Bij het bereiden van de rijst met kip Ze voelde brand achter haar voorhoofdstip Een onverklaarbaar suizen, niet te temmen
Ook voelde zij iets om haar borstkas klemmen Terwijl zij roerde in het schaaltje dip Vertwijfeld keek ze om en dacht: ‘Verhip, Mijn brassière knelt me om de memmen’
De deegroller viel willoos op haar voet Ze sneed zich aan een schilmes: stromen bloed (Dit laatste ging bij ‘t spoelen van de vaat mis)
Al is vaak goede raad bepaald niet gratis, U raadt al wat voor Mama nu de raad is: Tandoorikip uit blik smaakt wel zo goed!
Hendik Jan Bosman
Baby Boombay
Eén land, miljoenen chatterende stemmen De geur van houtskool en tandoori kip Een bonte stoet van kleur en rode stip De koe die heilig is en niet te temmen
De kasten die de maatschappij beklemmen De Ganges, voor de ziel een Holy Dip Niet opium maar Bollywood is hip De sari's zonder siliconenmemmen
Maar India heeft ook een horrelvoet Als 'n deegroller verspreidt het vlees en bloed De oecumene is de Hoge Zaadmis
Bevolkingsgroei krijgt men hier dan ook gratis Het sperma stroomt alsof het zelf melaats is Maar gratis is voor Mama toch niet goed
Verloren in de nevel van de tijd Schreef ooit een volk zijn vrome liedjes neer Op deze basis volgden snel ook plichten
Want ritueel bepaalt een ware leer En slechts met regels kun je mensen stichten Dit vraagt weer om deskundig commentaar
Van lieden met diepzinnige gezichten Die debatteren ernstig met elkaar En daaruit volgt dan weer een godsdienststrijd
Dat leidt tot veel geloven op den duur En tot een brede stroom literatuur
De heilige schriften der Indiërs, de veda's, stammen van 1200 v. Chr. Aanvankelijk bestonden ze uit heilige liederen (mantra's), waarschijnlijk nog van de Ariërs en later, toen de godsdienst zich formaliseerde kwamen daar voorschriften (de Brāhmana's) bij. Tussen 1000 en 200 v. Chr. werden de Upanishaden, filosofische verhandelingen, toegevoegd. De verschillende stromingen en scholen binnen het hindoeïsme baseren zich op de Veda, of gedeelten daarvan, of zetten zich daar tegen af, waardoor ze er toch mee verwant zijn. Het beruchte kastenstelsel komt van de tot 500 overheersende Brahmanen die erg op regelgeving, offers en rituelen gesteld waren. Het hindoeïsme is in wezen een vergaarbak van religieuze experimenten met meer dan 33.000.000 goden in hun pantheon en zeer flexibel. Krishna, een incarnatie van God: 'Hoe mensen ook nader tot mij komen, ik verwelkom ze, want het pad dat ze vanuit alle richtingen volgen, voert naar mij.' Het wezenlijke kenmerk is spiritualiteit: geen ander cultuur houdt zich zo bezig met de menselijke geest en zijn relatie tot het universele.
Tandoori tracht het ondier mild te stemmen (De Deegroller; een a-typische kip, maar nooit gezien in versjes van Kees Stip) Het valt niet mee een Deegroller te temmen
Maar mama (weet het handig vast te klemmen) Wijst dreigend naar de sauzen voor de dip Ze maakt een rondedansje hop hop hip De Deegroller gedrukt tegen haar memmen
Maar hij is glad en valt dan op haar voet De keukenvloer staat weldra vol met bloed Mama Tandoori zegt: "'t Gaat lelijk mis,
Maar alles wat je krijgt dat is grat*is"* ( U ziet dat mama's klemtoon anders is) En roept dus vrolijk uit: "grat*is* is goed
Boek Bassselo
Het Tandoorikoor
Het koor kan bogen op de mooiste stemmen De dirigent vaak aangeduid met 'Kip' Staat op zijn vaste plek, zeg maar 'De Stip' Zijn taak is om het vrouwenkoor te temmen
De partituur ligt op zijn plaats in klemmen Een bijgewerkte versie na een dip Hij kijkt de dames aan en denkt 'Verhip, Die nieuwe heeft verdomde grote memmen
Hij pakt zijn stok en schuifelt met zijn voet En door zijn aders kolkt en jaagt zijn bloed Hij denkt die memmen zijn niet van de straat ,miss
Maar kom, weer aan het werk, ik ben niet gratis Ik schreef een koorwerk dat niet obligaat is "De Deegroller", de titel doet het goed
Het kastenstelsel viel me heel erg zwaar Hoe dikwijls ik wel niet was weergeboren! Het ene leven was nog amper klaar Of hup, een nieuwe opdracht was al daar Een hindoe moet altijd weer zien te scoren
Eens deed ik als brahmaan* iets van me horen Ik was als sudra zes maal de sigaar In dertien paria’s ging ik verloren Kshatriya, twee maal, kon me niet bekoren Als vijf vaishya’s was ik sjacheraar
De goden zullen mij niet meer gelasten Als speelbal in hun valse flipperkasten
Een grote bruiloft wilden we al jaren Maar ja, we zitten krapjes in het geld We hebben onze vingers blauw geteld Maar moesten ergens stevig op besparen Dus werd de jurk in India besteld
Ik had de maten in de mail vermeld En foto’s van wat fraaie exemplaren De snijder kon het klusje zeker klaren (In India was hij een grote held) Mijn schatje zou ‘your princess’ evenaren
Mijn liefje ziet eruit als Maxima Hoewel de bruidsjurk om haar middel knelt Ook baalt ze van de kanten swastika: Een teken van geluk in India
'Op het TT Circuit in Assen is woensdagmiddag een 42-jarige man uit het Duitse Essen verongelukt tijdens een rijvaardigheidstraining. Het slachtoffer vloog uit de bocht en botste met ongeveer 150 kilometer per uur tegen de vangrail. Dat meldde directeur Peter Oosterbaan' (nu.nl)
Ein Duitse man uit Essen Flog aus de bocht in Assen Hij was es ganz vergessen In bochten niet zu gassen Enthalten dus uw lessen Voor Sie het Leben lassen!
Jolanda fietst van school naar huis Reinier is druk een muurtje aan het witten Margo staat achter het fornuis Natascha stofzuigt de fauteuils Martijn zit op kantoor vooral te zitten
Ricardo rijdt zijn dagelijkse ritten Maud haalt haar dagboek uit de kluis Sebas vergadert stevig met de Britten Ramon saneert de hele dag gebitten Martine neemt een Aspro Bruis
Antoine de kwieke tuinman harkt Sylvana fitnesst zich weer slank Moniek loopt naar de supermarkt Maar Mohammed ligt op de bank
Net schoot me nog zo’n regeltje te binnen “Er groeit een roosje in het veenmoeras” Wat wordt het? Een sonnet met veertien zinnen? Tot nu toe loopt het aardig in de pas
Een veenmoeras, welja Het moet niet gekker worden Op die manier kan iedereen wel Zeggen dat ie dichter is
Dit vers begint al ergens op te lijken Maar schijn bedriegt: het roosje staat voor lul De prullenmand zit vol met dit soort verzen Net schoot me nog zo’n regeltje te binnen
Wat wil je nu bewijzen met zo’n kreet ‘De Goden zijn ontstaan uit mannenzaad’ Die hemel is toch één kolerekeet Waar iedereen hard brult en niets verstaat
Kijk om je heen En wees blij Dat je daar niet Eén van bent
Ja, Vondel had het bij het rechte eind: ‘Een wijf is altijd wuft en wispelturig’ Dat had hij van Vergilius gejat Wat wil je nu bewijzen met zo’n kreet
Light verse, het is en blijft een mannenzaak Waar vrouwen zich niet welkom mogen voelen Als ik de heren daar attent op maak Dan zullen ze ‘het heus niet zo bedoelen’
Redactie uitgebreid Hoera beschuit Met blauwe muisjes !!!
Gevoel voor humor hebben vrouwen niet Ze kennen geen lichtvoetigheid in taal Bevestigt ook weer eens Het Vrije Vers: Light verse, het is en blijft een mannenzaak
Ik vind Dorsimbra best een lekker ding. Ze heeft dat strakke, plus wat jeu de vie, iets spannends met een lichte tinteling, misschien is ze zelfs wel een beetje bi.
En dan dat decolleté, die fraaie V! Een knoopje los, het past hier als gegoten.
Liefst niet melkwit of uitgesproken blank, graag toch wat kleurklank en een binnenrijm, een geurtje dat nog eventjes blijft hangen. Ik vind Dorsimbra best een lekker ding.
Wie bent u? Hebt u zich al voorgesteld? Ach broer, natuurlijk! Welkom in mijn huis Maar waarom heb je mij niet eerst gebeld? Want zie je, het is hier soms niet echt pluis
Vreemde mensen lopen zomaar in en uit en waar je sleutels zijn, Joost mag het weten
Je hád me opgebeld? Vanochtend nog? Kijk, dat bedoel ik nou: de wereld draait De nevel in. Maar wat ik vragen wil: Wie bent u? Hebt u zich al voorgesteld?
Dorsimbra weet me niet echt te bekoren Ze klinkt als een verkeerd gespannen trom Een valse fluit, hees hijgende tenoren Een doedelzak die kreunt van ouderdom
Gekunsteld allegaartje Zee van ruis Nepsirene Op een plastic rots
Al klinkt haar naam wel spannend en exotisch Daardoor alleen word ik nog niet verleid Nee, was dit vers een vrouw dan stond wel vast: Dorsimbra weet me niet echt te bekoren
Geen mens is ooit aan lelijkheid gestorven, Geen mens die aan zijn rimpels overleed Geen mens heeft ooit onsterflijkheid verworven, Met Botox of hoe al die rommel heet
En die kale kop Daar ga je ook niet aan dood Dus die belachelijke pruik Kun je beter weggooien
Geen vrouw stierf als haar borsten gingen hangen, Dus waarom maak je daar zo’n drukte van En kraaienpootjes doen er ook niet toe Geen mens is ooit aan lelijkheid gestorven,
Zijn vrouw strijdt tegen hem een zware strijd. Als echtgenoot is hij een potentaat die vrouwen ziet als koffieautomaat maar wel op zondag de rollade snijdt.
Die kamerbreed om recht voor allen pleit, (wat hij z’n vrouw in wanhoop wensen laat) en voor de macht van ’t proletariaat als onafwendbaar socialistisch feit.
Met: ”Heren, ‘t stelsel is vermolmd en rot”, roept hij in ’t parlement de opstand uit. Dat loopt hoog op. De spanning is te snijden.
Helaas, de staatsgreep is een zwaktebod omdat hij in z’n stappenplan niet duidt hoe je, wie al bevrijd is, moet bevrijden.
Ze woonde in de Doctor Schaepmanstraat,. Hoe die voorbije meid in godsnaam heette verdween in het dossier ‘Voorgoed vergeten’, terwijl zijn naam nog in ’t geheugen staat.
De paus benoemde hem tot huisprelaat. Ook heeft hij in het parlement gezeten, ultramontaan en daarom wat gespleten, bleek hij sociaal bewogen democraat.
Als dichtend tijdgenoot van Willem Kloos werd hij niet door diens scherpe pen gespaard, (als redenaar ontving hij meer applaus).
De Tachtiger vond hem een hopeloos verouderd man en heeft zijn werk verklaard tot lauwe retoriek in roomse saus.
Wordt zijn bestaan bedreigd? Nou, ‘t zal me worst wezen Beesten die uitsterven Zijn meestal dom
Kijk naar zo’n typische Groningerblaarkopkop Lijkt op een panda: Die vráágt er toch om?
Het voortbestaan van de laatste Groninger blaarkoppen wordt bedereigd doordat de overheid subsidie geeft aan boeren die willen stoppen om de mestvervuiling tegen te gaan.