Ze kwam al langer dan zes weken niet uit bed,
haar benen weigerden het schriele lijf te torsen
en ook het eten ging niet meer zonder te morsen,
Haar eens zo scherpe geest verkeerde in verlet.
Toch bleef ze opgeruimd, haar ogen blonken pret
om kleine dingen waar ze zo van kon genieten.
En ook haar Wim kwam regelmatig op visite,
ondanks het feit dat hij reeds lang was bijgezet.
Op oudjaarmiddag zei ze ~ik doe nu een tuk,
ga maar naar huis, een fijne avond en tot morgen.
Alleen de poes, met straks dat vuurwerk, baart me zorgen.
Veel heil en zegen en een heleboel geluk.~
Die avond is ze op de lange reis gegaan,
in blind vertrouwen ~ik kom straks bij Willem aan~
het cijfer dertien is weer opgedoken
het liet zich honderd jaar niet aan ons zien
ik hoopte met de Maya’s dat misschien
de aardkloot voor zijn komst zou overkoken
het wachten is op rampspoed, crises, spoken
verval met alle narigheid van dien
ellende volgens vast en grof stramien
ik heb een nakend onheil reeds geroken
ik ben geen pessimist, maar mooie tijden
zijn nu volstrekt voltooid verleden tijd
er wachten wanhoop, leed en taaie strijd
mijn boodschap zal u zeker niet verblijden
ik vrees een loodzwaar jaar vol somber lijden
maar wens u uiteraard veel vrolijkheid
Op de blogsite van Daan de Ligt is zijn bundel 'Negenenvijftig!' als e-book te downloaden, gratis nota bene.
’t Is donker en het sneeuwt in de woestijn
De herders waken trouw over hun schapen
Ze spieden in het rond en gaan niet slapen
Nu wolven op de stroop naar lamsvlees zijn
Dan breekt de lucht en engelen dalen neer
Ze blazen zich de lippen vol met blaren
Op toeters in een hemelse fanfare
Getoondicht door de allergrootste Heer
Klaar klinkt het juichend uit de engelenschare
~Gods zoon is juist geboren in de stad
Dus herders spoed u nu terstond op pad
Naar Broodhuis*, om het wonder te ervaren~
Nou dát hebben die herders goed geweten
Hun schaapjes werden allen opgevreten
Peter van Rooijen won vorig jaar De Wim Sonneveldprijs, met dit lied in zijn programma 'Team Peter'. Hij is nu met het het veelbelovende gezelschap Circus Treurdier te zien in het Eeuwige Nachtcafé VI 'Kerst met Kaak' in Theater Bellevue. Er zijn nog kaartjes voor de voorstelling van vanmiddag. Voor de andere voorstellingen kom je helaas op een wachtlijst en moet je hopen op een wonder.
nu hij daar met dat smalle smoeltje ligt vergeet ik haast dat dom en wreed gezicht die handen ooit zo hard gebald tot vuisten zijn zonder kracht en week als babyknuisten
een leven vol van drank en veel tabak om moeder zwijg ik verder, vuile zak dat straft hem nu met ademnood en pijn gevoel van wraak zou daarom zinloos zijn
ook hij heeft recht op zorg, die geef ik hem zo kom ik elke dag en breng de krant ik neem vanuit mijn werk direct de tram
vandaag een extra gift, 't is hem gegund omdat hij zestig wordt, een peuk en drank hier, pa, weet dat je er in stikken kunt
Tijdens de toch nog feestelijke presentatie van het afscheidsnummer van KortVerhaal in Amsterdam werd tevens voor de eerste keer in zeven jaar weer de Kees Stip Prijs, de belangrijkste literaire prijs voor light verse, uitgereikt.
Uiteraard aan een medewerker van Het Vrije Vers en wel aan onze redacteur Jaap van den Born, voor zijn gehele oeuvre.
Traditegetrouw gebeurde de uitreiking door de vorige winnaar, Frank van Pamelen, die in zijn toespraak vergeefs een logische frequentie in de uitreikingsperioden poogde aan te brengen en refereerde aan de vorige winnaars * waarbij bleek dat nepotisme bij de keuzes een rol speelde, aangezien de voorvorige winnaar, Kees Jiskoot, hem als huisarts persoonlijk op de wereld geholpen had. Toen hij begon uit te leggen waarom nu juist Jaap van den Born in aanmerking kwam voor deze prestigieuze onderscheiding raakte hij helaas de draad van zijn betoog kwijt en verviel in jammerlijk gehakkel.
Hierna overhandigde hij de prijs, die bestaat uit een bokaal met een daarin gegraveerd kwatrijn, geschreven door de vorige winnaar, aan de laureaat die maar met moeite zijn verbittering wist te verbergen toen hij hoorde dat er geen geldbedrag aan de onderscheiding verbonden was.
Het door Frank van Pamelen met heldere stem voorgedragen kwatrijn luidde:
'Je keet als Kees met onze mooie taal
Je stunt als Stip met vorm en eigen wijs
Jaap van den Born, jij kunt het allemaal
Wij prijzen jou terecht met deze prijs’
Hoewel de geprezene in zijn korte dankwoord toch echt meende te lezen
'Dit ding is voor Jaap van den Born
Want, hoewel hij werd geprezen
Is het honend afgewezen
Door de betere Kees Torn’
De gelauwerde bracht in zijn dankwoord verder hulde aan de redactie van Kortverhaal en prees ze dat ze op de gelukkige gedachte waren gekomen hem te vragen dit jaar de jury samen te stellen voor de Kees Stip Prijs die met hun keuze hun onpartijdigheid overtuigend hadden aangetoond.
Kees Jiskoot, een vorige winnaar, stelde nog jaloers vast dat de hem uitgereikte bokaal een stuk kleiner was, waarmee deze mooie avond een bevredigend slot kreeg, waarna de dichter Ko de Laat de de prijspoëet met harde hand de deur uitzette, omdat hij ‘dat hooghartige smoel niet langer meer verdroeg’, zoals hij het uitdrukte, ongetwijfeld de aanzet voor een vrij vers.
Ter geruststelling: stroomstoringen onderweg en het in kille windvlagen en regenbuien op ingezette bussen wachten met zijn bokaal, waarbij beide schoenen lek bleken, brachten de dichter weer enige bescheidenheid bij naar ons vandaag bij de redactievergadering bleek.
*Sinds 1985 is de prijs uitgereikt aan Drs. P, Driek van Wissen, Jan Boerstoel, Ivo de Wijs, Nelis Klokkenist, Patty Scholten, Kees Jiskoot en Frank van Pamelen.
De zomer is voor mij een rampseizoen
Men kent mij als fervente zonnehater
Ik mijd de kwellingen van strand en water
Zelfs van terrasweer raak ik uit mijn doen
Zo loop ik al sinds juli met een kater
(Cadeautje van het tropenweer van toen)
Een flirt met jou, ik was nog weerloos groen
Bleek tot mijn schrik een levensgrote flater
Eer ik het doorhad, woonden wij al samen
Waarna mijn ramp zich snel voltrekken zou
Al zul jij slechts het tegendeel beamen
Ik ben,' zeg jij, 'een zonnetje voor jou,'
Je kunt jezelf niet treffender benamen:
Mijn god, wat haak ik weer naar mist en kou!
Alhoewel, redacteur Jaap van den Born schreef de volgende kwatrijnen met twee zelden gebruikte rijmwoorden op twaalf:
Bij golf is mijn handicap continu twaalf
Daar heb ik nu eindelijk iets aan gedaan
En ziet u mij nu naar een balletje slaan
Dan speel ik geen golf, maar het simpeler gaalf*
‘t Is zomer in Zeeland en kwart over twaalf
En helder weerklinkt hier het lied van de zwaalf
Maar volgens Van Dale weerklinkt hier dit lied
(Niet enkel in Zeeland, maar elders ook) niet
Maar er zijn natuurlijk ook kunstgrepen te bedenken om twaalf van een rijm te voorzien. Wie schrijft het beste rijm op twaalf op deze anders zo sombere dag? Plaats je twaalfvers op het forum en een deskundige jury zal de winnaar kiezen en overstelpen met eeuwige roem. Verzen kunnen ingezonden worden tot klokslag 12 uur vannacht.
Ooit zag ik hem alleen in het theater,
Hij excelleerde in een solorol.
'Twee stemmen' heette het. De zaal was vol.
Hij voelde zich er als een vis in water.
Al was hij van zichzelf geen echte prater
Acteren deed hij zichtbaar met veel lol.
Hij speelde vele rollen, steeds fanater,
En dat nu eiste plotseling zijn tol.
Net vijftig, was hij aan het repeteren
Voor weer een rol, die avond in Carré
En plots begon zijn hart te protesteren.
'De dood komt als een dief' is een cliché
Dat ook zo'n groot acteur niet kan negeren.
Zijn solo is gespeeld. Zijn stuk passé.
Op jacht naar een steeds zeldzamer insect Beschrijven vogels onnavolgbaar bogen, De zuring staat rood roestig uit te drogen Terwijl de hemel steeds meer blauw verstrekt.
Een kraai volgt rustend op een schapenrug Een zwaluw bij het scoren van een mug.