We slikken met zijn allen veel te veel Voor anti-aging, slaapproblemen, lijnen Ja, wilt u uw gezondheid ondermijnen Dan is die lifestyle uiterst functioneel
Bent u van stress en werkdruk lam en scheel Door managers die haast almachtig schijnen... We slikken met zijn allen veel te veel In scholen, ziekenhuizen, magazijnen
De pooier heeft de seksbranche bij de keel En romantiek is naar de filistijnen De vrije vakvrouw dreigt zelfs te verdwijnen Vandaar dat ik haar nieuwe strijdkreet deel: We slikken met zijn allen veel te veel
Die vent is vast en zeker zwaar beschonken Daar gaat ie weer Hij is al voor de tiende keer gezonken Daar gaat ie weer Al dat gespat helpt echt geen zier Hij ligt daar nu al drie kwartier Dat hij nog steeds niet is verdronken! Daar gaat ie weer
Ze biedt zich aan als veile jagersbuit Haar kontje smeekt of ik het wil ontkleden Als zij me slijpend in de armen sluit Belooft haar wulpse blik me hom en kuit:
De stripper is een duivels hof van Eden
Te graag reik ik naar haar verboden fruit Maar eer ik er verlekkerd in zal kneden Besluit mijn echtgenote op te treden En drijft me bruut het paradijs weer uit
De Scharnier is een dichtvorm bedacht door Drs. P. Regel 5 scharniert, hoort inhoudelijk onlosmakelijk zowel bij de eerste als de tweede strofe: hij sluit de eerste af en opent de tweede. Zie verder onder Versvomen, dan Stuntvormen.
Ik zie mijzelf als welgeschapen heer Hoewel het mij al dikwijls overkwam Dat ik me bleek te uiten in geblaat In plaats van wijze en verheven woorden
Ja, logisch: af en toe ben ik een ram Natuurlijk wel in goddelijke staat En afgebeeld in veel toeristenoorden Dus praat ik verder met mijn rauwe stem
“Kras! Kras!” En iedereen is idolaat (Behalve dan de geestelijk gestoorden) En zegt bevlogen: “Hoor! Daar heb je hem – De valkgod!” want dat ben ik evenzeer
Ik blijf maar onderling verwisselbaar En houd me slechts met moeite uit elkaar
Pthah-Sokaris is eigenlijk een verzamelnaam voor drie Egyptische goden. Pthah, de hoofdfiguur, was de schepper en de vader der goden; zijn dienst ontstond in Memphis. Hij wordt afgebeeld in menselijke gedaante, met een scepter als symbool van macht. Als vormer van alle dingen is hij wel vereenzelvigd met Hephaistos (Vulcanus); tamelijk vergezocht. Hij was beschermheer van de kunstenaars. Sekmet, de godin met het leeuwehoofd, was zijn echtgenote en de stier Apis zijn zoon.
In zijn functie van Amon (oorspronkelijk de god van Thebe en gehuwd met Moet) kon hij de gestalte of minstens het hoofd van een ram aannemen. Toen zijn naam verbonden werd aan die van Re, de zonnegod, werd hij gezien als oppergod, en de Grieken herkenden in hem hun Zeus. Hij was de beschermer van de pharao’s.
Horus, de valk, was de god der stilte en een combinatie van de zonnegod Horus (nauwelijks te onderscheiden van Re) en het kind Horus, zoon van Osiris en Isis. Hij komt overeen met de Griekse god Apollo. Zijn embleem is de zonneschijf met vleugels.
(Uit: Fabelmensen, met tekeningen van Ed Koenders, uitgeverij Liverse, 2010)
Hij was niet veelbelovend in ’t begin Mijn levensloop Dus volgde ik met lichte tegenzin Mijn levensloop Totdat het beste medicijn Tegen het ooit geboren zijn Uit steeds meer volle glazen in Mijn leven sloop
Het werk van Harry Mulisch dat ik ken Mist ziel en is gekunsteld, te bedacht Mij heeft het weinig leesgenot gebracht Het blijft steriel, ondanks zijn vlotte pen
Waar ik dus absoluut geen heil in zie: Dat men hem rekent tot de Grote Drie
Van troubadour Martijn Breeman – ook bekend als Musonius – is een boek plus cd verschenen met liedjes over de liefde, getiteld Musonius op vrijersvoeten. Hij bekijkt de liefde ‘met zwaar bebrilde argusogen’.
Boek en cd worden officieel gepresenteerd op zaterdag 9 november 15.30 uur, Stadsklooster, Westeinde 101, Den Haag.
Boek en cd zijn verkrijgbaar bij mbreemanXoutlook.com