De held van Labbertong V

Remko Koplamp

Oranje was een echte kampioenenploeg
Op doel stond uiteraard de lange Geert van Gaelen
En achterin de reeds op jonge leeftijd kale
Bert Bierenbroodspot naast de slimme Karel Kloeg

In de defensie stonden tevens Kees van Kan
Johannes Jongeneel en Peter Paul Poepon
Centraal stond Alfons Achterberg naast het kanon
Gert-Jan van Gobbel en de kleine Pinkelman

De aanval werd gevormd door het vermaarde koppel
Martinus Markenburg en Otto van den Opkamp
En in een vrije rol voorlopig Remko Koplamp
(Als coach van het geheel fungeerde Rinus Knoppel)

Maar wat een pech, juist voor een wedstrijd om een plak
Werd “Rem” geplaagd door een poliepenongemak


De drollenvanger heb ik nog gedragen
Ik heb ze dus, als jongeman, gekend
Het was nu eenmaal mode in die dagen
Nou, mode, ach men was niet veel gewend

Men zag ze wel als mensen gingen jagen
Ze droegen ze wat graag en consequent
U had het alle jagers mogen vragen
Zij waren met die pantalon content

De drollenvanger kwam ik toch weer tegen
Gedragen door wat lui, sportief van geest
Ik telde er algauw een stuk of tien

Hoewel als kledingstuk nogal belegen
Is het geval terug van weggeweest
Ik heb ze op de golfbaan weer gezien





Vandaag is het de Dag van de Lach, een gelegenheid die Inge Boulonois aangreep om een pictokwatrijn te maken van  dichters van Het Vrije vers.
Virusvrij te downloaden en geschikt om op A4 af te drukken voor wie uitgekeken is op de poster boven het bed van de Olympische zwemkampioen Mark Spitz uit 1972.
Even hier klikken: http://members.multiweb.nl/boulhart/hvv/pictokwatrijn.doc

Zenuw- of hartpatiënt?
Spoedt u naar Meulemans.
Maar let goed op en blijf
Wel ambulant.
 
Dagelijks vindt u mij
Onderbewusteloos
Op zijn behandelbank
Of op het strand.



  

Rhenen en Veenendaal.
Bandeloos volksvermaak:
Plebs vindt het prachtig en
Trix is tevree.

Maar met mijn nuchtere
Republikeinenhart
Zie ik nu uit
Naar haar afscheidsdiner.

 

Ze is niet jarig, maar ze viert hem blij

De dertigste april! Toch is gebleken

Dat Beatrix dat heel goed heeft bekeken

Want ik heb nu op mijn verjaardag vrij 

        Nooit vroeg ze me per telefoon te spreken

Of stuurde ze een mooi cadeau naar mij

Zelfs een verjaardagskaart was er niet bij

Maar toch kan zij bij mij een potje breken

        Want rond die dag toont zij haar majesteit

Als zij haar beste burgers allerwegen

Met fraaie decoraties onderscheidt

       Was dat in vroeger tijd een lintjesregen

Nu voert zij daarin restrictief beleid:

Terecht heb ik zo'n lintje niet gekregen!

 

 

Dat wordt genieten zeg!
Ik heb er zin an, hoor!
Ik ga nog eventjes
Stevig van bil

En in haar huidige
Mortaliteitstoestand
Doet dat sekreet
Nu eens wél wat ik wil

De Held van Labbertong IV

Remko Koplamp

 

Ondanks zijn plek tussen de artistiekelingen
Van Labbertong liep Remko weer in het gareel
Hetgeen te danken was aan financieel gestreel
Vanuit de plaatselijke zakelijke kringen

‘Een eerste plaats is weliswaar nog niet reëel’
Meldde de sportrubriek in de lokale krant
‘Het uitzicht echter op promotie is riant,
Support dus onze jongens in het blauw en geel’

‘En hoeveel centjes hebben jullie nu in kas?’
Gekscheerde “Rem”, ‘hoe gaat het nu met jullie lening?’
Er kwam geen antwoord, wel een brief waarin hij las:

‘Als één van de talenten van uw generatie
Hierbij een invitatiebrief, op instigatie
Van de Oranje-scout, voor een selektietraining’

(wordt vervolgd)

Ik ben vandaag uw conducteur
Excuus voor het gestoot
Gebonk, gehobbel en gescheur
Het spoor verkeert in nood
Ik ben dan wel geen ingenieur
Het spoor gaat mij wel aan
De kwaliteit stelt me teleur
Wat is dit toch voor baan?

Ik plofte bijna door de deur
Op Nick en Simons schoot
Mijn knie heeft nu een vreemde kleur
Iets tussen blauw en rood
Dat past wel in 't interieur
Maar ik kan amper staan
Mijn werkplek kost me mijn humeur
Wat is dit toch voor baan?

Misschien vindt u wel dat ik zeur
Maak ik het veel te groot
Hebt u geen zin in mijn getreur
Maar ik verdien mijn brood
Dit is hoe ik mijn centen beur
Het lachen is me wel vergaan
Ik word nog liever buschauffeur
Wat is dit toch voor baan?

Mijn klaagzang eindigt in mineur
Dat kunt u gadeslaan:
Dit wordt nog eens mijn dood
Wat is dit toch voor baan!

Het plan van Het vrije vers om met 500 dichters te infiltreren in alle maatschappelijke geledingen heeft alweer een succes opgeleverd.
Gisteren was de A12 verstopt met Dichters, op weg naar Ede om onze medewerker Arjan Keene aan het stadsdichterschap te helpen en de inwoners van deze mooie Veluwse gemeente hadden geen schijn van kans om bij de stemming hun favoriete kandidaat te kiezen: met een overdonderende meerderheid werd onze medewerker voor drie jaren gekozen.
Hij ontvouwde meteen zijn toekomstplannen met deze ingeslapen gemeente met dit gedicht:

Dichter met stadsrechten

Edese stadsdichter?
Dat zou eens tijd worden!
Die heeft ons dorp immers
Nimmer gehad

Onderwerp één wordt de
Globaliseringszaak:
Want bij een stadsdichter
Hoort ook een stad!







 
Wat droegen de godinnen en de goden
Hoe gingen zij voornamelijk gekleed
Ik vraag me af of iemand daarvan weet
Heeft iemand ooit een onderzoek gedaan
Misschien was er een goddelijke mode
Of trokken alle goden maar wat aan

Wat droeg Selene, op die kale maan
Als zij daar op die rots haar dagen sleet
En Penia, die had het vast niet breed
( Zij is godin der armen met hun noden)
Ik denk dat naakte goden niet bestaan
Nudisme lijkt me juist voor hen verboden

Dus god Neptunus in het zilte nat
Had op z’n minst een zwembroek aan zijn gat

Wij willen kerken en zelfs kathedralen.
Wij willen graag een recreatieplas.
Want bouwen willen we, maar ook natuur. 

Wij willen zondag, soms met winkeltas.
Wij willen leven, ongeacht het uur.
Wij willen herten en wij wilden zwijnen.

Wij willen een museum voor cultuur.
Wij willen dansen op de grote pleinen.
En 's avonds laat dan willen we verdwalen.

Zo willen wij in Ede nogal wat;
ons dorp verdient een dichter voor die stad.


Vandaag kiest Ede (befaamd om zijn bruikbaarheid in kruiswoordraadsels) een eigen stadsdichter in Cultura, om 20.00 uur. Acht kandidaten strijden om de eer, onze zeer gewaardeerde Hetvrijeversmederker Arjan Keene is een van hen en hierboven staat zijn sollicitatiegedicht. Willen de HVV-enthousiastelingen die hem vanavond gaan aanmoedigen hun auto wél buiten het stadscentrum parkeren? Dit om hopeloze verstoppingen te voorkomen.

 

Het gedicht 'Grijs' van Inge blijft hardnekkig zwart/wit. Wie het toch in grijs wil lezen moet even http://members.multiweb.nl/boulhart/hvv/GRIJS.html klikken 

Er was een meer en er was zon,
het blauw werd door geen wit gestoord.
De bootjes wenkten: kom aan boord.
Het was nog vroeg, de dag begon

alsof hij dag en nacht zou duren.
De maan nog steeds of reeds in zicht
genoot van ongesluierd licht
dat ons door wimpers heen deed gluren.

We reserveerden vast een boot,
om twee uur kon de pret beginnen.
Dus eerst nog zwemmen (dat was binnen)
en wandelen (het park was groot).

Een pick-nick met du pain, du vin
(in Frankrijk eet je op z'n Frans),
het grijs greep onderwijl zijn kans
en maakte aan mooi weer une fin.

We voeren uit, het zwemvest aan,
daarboven nog een regenjas,
de paraplu kwam goed van pas,
ook ín de boot ging water staan.

We toerden op het grijze meer,
we tuurden naar de grijze kant.
Een uur nadien, terug aan land,
het zwemvest uit... de zon kwam weer!


Op 2 mei 1988 verscheen Drs. P in het programma 'Terugblik 'op de Belgische televisie.
Hugo Matthijsen schreef in de  Humo van 28 april als inleiding onderstaand gedicht (hoofdredacteur Mortier):

 

Een P. gestoofd

Ik zat me in een boekwerk te verdiepen
Waarin een personage iets beleeft
Toen plots de telefoon begon te biepen
Omdat mijn telefoon zo'n bieper heeft.
Wie was het die mij biepend op wou bellen?
Een vrouwelijke fan? Een lekker dier?E
Een kennis die wat roddels kwam vertellen?
O shit, het is gewoon de heer Mortier!

Zijn stem klonk nog wat dieper dan gewoonlijk
Hij stotterde en sprak een beetje hees
Vanwaar die kelderklank ? Ik dacht persoonlijk
Dat dit geluid op doffe wanhoop wees.
En inderdaad, ik had het goed geraden
Ik zei: « Vertel het maar, waar zit je mee? »
Hij snotterde: « Ik wil voor onze bladen
Een stukje over doctorandus P ! »

« Zo'n stukje dat de massa's kan vervoeren
Dat vreugde brengt in ieder lezershart
Dat zelfs een dooie nazi kan ontroeren. »
En snikkend ging hij voort : « Mag voor mijn part
Zo flets zijn als de teksten van Verminnen
Vervelender, bombastischer dan Gilles !
Vol urenlange Kantiaanse zinnen
Een stukje over P is wat ik wil! »

« 't Mag bulken van genante flauwiteiten
Zoals dat geforceerde Schrijfgerief
Waarop ik mijn kanaries steeds laat schijten. »
Die pointe ontging me, dus ik zei : « Wablief ? »
Ik hoorde hem tot mijn verbazing zeggen:
« De ware vogelvriend ververst een kooi
Toch steeds door onderaan een krant te leggen ?
En daarop strooit hij rijnzand en wat hooi! »

« Wat hooi?! » riep ik verbijsterd, « een kanarie
Heeft helemaal geen boodschap aan dat spul.
Gij dierenbeul ! Dit is solide larie
Verveel een ander met die flauwekul. »
Hij mompelde « pardon » en zei krampachtig :
« Ik bid u, alsjeblief zeg toch niet nee. »
Toen was hij zijn emoties niet meer machtig
En schreeuwde : « Maak dat stukje over P ! »

Zijn tranenvloed was nauwelijks te stelpen
Het was alsof ik met een douche sprak
Ik dacht : « Ik moet die arme kerel helpen. »
Terwijl de heer Mortier de lijn verbrak.
Hij schaamde zich natuurlijk voor de tranen
Die één voor één verdwenen in zijn snor.
De macho zou zich nu vast kleintjes wanen
'k Had medelijden met de ouwe Mor !

Ik deed mijn ding en stoof naar de redactie.
Daar vond ik wat nog restte van Mortier.
Het leefde nog! Dus schoot ik maar in actie:
Ik gaf mijn stuk en zei eenvoudig: « Hier! »
De Brok Ellende greep het, diep bewogen
En las de eerste zinnen van mijn stuk.
Zijn levenskracht kwam weer en uit zijn ogen
Ontsprongen warme tranen van geluk.

TERUGBLIK : DRS.
PBRT - TV1
Maandag 2 mei - 21.50 u.

 

 






 

Men heeft de zaak uit schaamte lang ontweken
Maar toch besluit het kerkbestuur vol wrok
Pastoor nu maar eens duchtig aan te spreken
Want die blijft wel de deugd der kuisheid preken
Maar plaagt zijn schapen als een hete bok

Hij graait en friemelt onder elke rok
En wist al menig maagdenvlies te breken
Hij stoeit met knapen in het rommelhok
En rukt zelfs slapend pluimvee van de stok;
Zijn zalvend weerwoord doet de klacht verbleken:

U hebt gelijk, ik ben een zondig mens
Maar baby's en bejaarden zijn mijn grens

De paashaas is naar Paaseiland vertrokken;
Het voorjaar is op komst, de mensheid blij.
De meiden dragen al weer korte rokken
En stijlen ’t kapsel om tot zomerlokken
En uit de wieg klinkt baby’tjes-geschrei.

De poëzie is poëzie van mei:
Gaat over nieuwe liefde, samen hokken.
Bezoek de Efteling of een abdij.
(Natuurlijk met een Tongerloo daarbij).
Gesprekken zullen nimmermeer gaan stokken.

De lente sluit de winter grondig af.
De zon schijnt op je bast. Bepaald geen straf!
‘Meneer de paashaas’ zden
Twee genwijze mden
Die zich vrij onbeschden
Al hadden volgepropt
‘Van ndhoven tot Lden
Doorzoeken wij de wden
Vertel eens aan ons bden:
Hoeveel zijn er verstopt?’
 
De paashaas dacht:
Een stuk of acht
(Kijk jij maar of het klopt)

Er is weer eens een elftal opgesteld.
De allerbeste spelers van het jaar,
een spelletje voor voetbaljournalisten.

 
Nooit zal zo'n elftal spelen met elkaar,
het is dus lekkernij voor masochisten.
Geen punt verschijnt ooit op een scorebord.

 
En ach, het blijven balletjetrappisten,
want in een serieuze tak van sport
zijn ze een nul, en helemaal geen held.

 
Ze kunnen met zo'n bal dan aardig wat,
dit elftal krijgen zij niet op de mat.

 

Jezus en Moedermaagd
Beiden zijn weergekeerd!
Ziet! Reeds doorloopt Hij
2000 jaar post

Mams doet het tikwerk, met
Bovennatuurlijke
Vaardigheid... Snel
Zijn Zij daar van verlost

 

Voor nog meer fraai verluchtigde paasbollekes van Paul moet je zijn link rechtsonder aanklikken



 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief