Er werd alleen wat heen en weer gekeken, we stonden maar en zwegen op niveau. Ik miste al die jaren een bon mot om vrouwen op het schoolplein aan te spreken.
Ik kreeg om deze stilte te doorbreken van iemand echt een wereldtip cadeau: ga naast ze staan en zeg alleen maar: ‘Zo…’ Het werkt, dat is inmiddels wel gebleken.
Zo’n simpel woordje, kort en ongericht; het blijkt de sleutel tot de zwaarste deuren. Zo zie ik elke dag opnieuw gebeuren hoe glans verschijnt op zo’n vermoeid gezicht.
En heb ik soms genoeg van al dat zeuren dan laat ik lekker al die deuren dicht.
De Musical Awards, dat is een feest Van strikjes, inteelt en consumptiebonnen Ik ben er twee à drie keer heengeweest En heb er twee à drie keer niets gewonnen
Veel fotografen: je poseert gedwee En één week later schrijft dan – grote goden! Een klerennicht in Story of Privé: “De smoking van De Wijs was uit de mode”
De show begint, de presentator zeurt De zaal zit vol Bekende Nederlanders En is jouw discipline aan de beurt Dan gaat de mooie prijs naar iemand anders
Het is oneerlijk, het is flauwekul Maar je mag niet bedroefd om je verlies zijn Nee, je moet zeggen: “Dik verdiend, hoor, lul” En lachen als een platenboer met kiespijn
De winnaar haalt een briefje uit z’n zak En dankt de halve wereldbol – op jou na: Joop, Jaap, Jan, Jip en Janneke en Jacques Teun, Tim en Tom, kortom: de hele sauna
Langs brede trappen komt een hele bups Van musicaltalenten naar beneden Dat hupst en hupst in radeloos gehups Tot in de eeuwigheid der eeuwigheden
De Musical Awards, een fenomeen Maar ik verklaar hier voor de goede orde: Ik ga er in de toekomst vast weer heen Oh ja! Zodra ik homo ben geworden!
Men roemt de harde wetten van de sport De wetten van de Spelen zijn gemener Sven Kramer schaatste iedereen aan gort En toen verloor hij kansloos van zijn trainer
Hoeveel dronkenschappen zijn uitgebleven vanwege mijn chronisch tekort aan geld denk ik, de pinda’s etend die zij pelt en hoeveel gedichten heb ik geschreven
in dit tijdsbestek door droogte omgeven? Ik weet het niet, ik heb ze niet geteld wel zijn er inmiddels bundels besteld en is de armoe ietwat afgedreven
maar toch, een vetpot zal dit nimmer worden dus wissel ik schrijven af met het doen van klussen, zoals het wassen van borden
en dergelijke, gewoon om de poen. Intussen hoop ik op een nieuwe orde en draag ik voor, voor wat wijn en een zoen.
De lange busreis was het meer dan waard Nu loop ik hier van Sent naar Vná en Tchlin En elke nieuwe bergtop lijkt weer spitser – Dit land heb ik al zo lang willen zien
Het uitzicht is gewoon een prentbriefkaart de huisjes zijn wat popperig misschien en menig autochtoon wordt al maar bitser nu iedereen zijn mooie land wil zien
Maar klagen ligt gewoon niet in mijn aard Al ging ik kopje onder in de Inn Waardoor mijn nieuwe camera (mét flitser) Niet veel meer van dit land kan laten zien
Een telg van hier is nu bij ons vermaard Al bleef hij, ook uit overtuiging, Zwitser Het doet me deugd zijn land een keer te zien
Ik wacht tot mijn vriendin weer bij mij op de stoep zal staan
Het was nog middag toen wij zwijgend in de kamer stonden
Ik lig in bed, ik lees een strip, mijn leeslamp die staat aan
Ik tel al sinds het twaalf uur is geworden de seconden
Ze vroeg me, is er iets, ik zei, wat zou er moeten zijn dan?
en hoopte dat zij zeggen zou wat ik niet had gezegd
Ze lachte en ik lachte terug, daar had het alle schijn van,
Ze wierp me nog een handkus toe, ik dacht: ze meent het echt
Ze duwt me van zich af wanneer de wereld aan haar trekt
en houdt me vast zodra diezelfde wereld haar laat vallen
Ik doe precies hetzelfde, alles aan ons huisje lekt
Een lijden lijd je nooit alleen, je deelt het met z'n allen
Ze heeft me net gebeld, ze neemt vannacht de laatste trein
Ik antwoord alsof ik gezond heb tussen zonnebloemen
Mijn god, wat ga ik ver om niet alleen te hoeven zijn,
Of is dat wat de mensen, als het goed gaat, liefde noemen?
Nee, liefde is een dier, onzichtbaar groeiend langs een meetlat,
En pas als het volgroeid is toont het zich als leeuw of schaap
We moeten praten, zou ik moeten zeggen, maar ik weet dat
als zij in bed kruipt en me kust, ik doe alsof ik slaap