Jan wil zijn leven met een man gaan delen,
maar stiekem. Nou, daar heb ik voor gepast.
Ik weiger langer poppenkast te spelen.
Wanneer we samen roepen, lukt het vast:
Jan Klaassen, alsjeblieft, kom uit de kast!
als ik doodga, beste mensen
is er een ding nog te wensen
eer mij in een kist te jensen
wil ik liever nog in bad
want dat is te langen leste
voor het ziek milieu het beste
zoals blijkt uit vele testen
die ik in mijn handen had
ja, ik laat me resomeren
in een uurtje zonder kleren
mooi tot op het bot verteren
in een bak vol hete loog
eerst zal men de kali stoken
tot de soep begint te roken
dan: het vlees valt van m'n knoken
hier een vinger, daar een oog
nu zal al het vlees verrotten
restloos zonder overschotten
over blijven slechts wat botten
kijk daar zwemt een halve hand
ja tenslotte wordt vermalen
bot, prothesematerialen
nog wat zwaardere metalen
en een brokje gouden tand
resomeren is je ware
ik begin alvast te sparen
trek me niets aan van de mare
dat mijn ziel niet goed verhuist
op de oordeelsdag zal blijken
dat ik net als allerlijken
naar de witte troon zal kijken...
ben ik er mooi ingeluisd
De dichter Bloem na een doorwaakte nacht
Pecunia
Denkend aan mijn geld kan ik niet slapen
En niet slapend denk ik aan mijn geld
Het vliet, gelijk het vlood, net nageteld
En de florijn is tot de euroflop herschapen
Hoe onwaarachtig klinkt het schriel ‘te wapen’
Der sjacherkliek, die vet en welgesteld
De bloedstroom van de beurs heeft afgekneld
Die de grijsaards uitknijpt met de knapen
Evenals een vrouw, die al haar centen gaf
Sparen moet - al kan ze dan niet sparen
Want de schuld is groeiende in haar knip –
Zit ieder wezen op de euro-wip
En het voorbestemde doel van het vergaren
Is niet minder dan het financiële graf
Vandaag is het precies 45 jaar geleden dat de dichter J.C. Bloem overleed en dat gedenken we natuurlijk. En hoe kan dat beter dan met een combinatie van zijn beroemdste gedicht en de Zwartemaandagpoëziecompetitiedeelnameuitnodigingmededeling van de Contrabas?
Geachte dames, heren, thans bijeen
Met koffie en gebak heet ik u allen
Zeer welkom op het feest van Rad ter Been
De Subcommissie Veiligheid & Stallen
Vraagt integraal doch consequent beleid
Ook is de secretaris ons ontvallen
Waardering voor de Stuurgroep Zwenkbaarheid
Doch niet voor hondendrollenincidenten
Voorts lijkt de stoep met gaten geplaveid
De winter bracht, naast vele kluunmomenten
Jet Strooigoed een gebroken onderstel
Van menig lid bleek hun laveertalenten
Nog altijd sluit de liftdeur veel te snel
Toegankelijkheid blijft ons zorgen baren
Want ook het nieuwe tuinpad is een hel
Dat heeft Corneel 't Spaack weer eens ervaren
Die uitgleed door een half verzakte steen
En zo dus voor een rolstoel mag gaan sparen
Doch nu muziek: geen Bløf of Rowwen Hèze
Maar wel Rieus... Rollatorpolonaise!
Naar J. A. Dèr Mouw, zelfde titel
Wie ziet niet soms zich liggen in de kist
verlicht door eng’lenschijnsel van omhoog
een gouden poort leidt naar de hemelboog
de ijle lucht wijkt onder ‘t alziend oog
zacht klinkt het snarenspel van een harpist.
Wie ziet niet soms zich liggen in de kist
voorop gaat reeds, gekleed in bef en toog
de dominee, zijn preekje kort en droog
bekenden staan daarrond als bermtoerist.
Wie ziet niet soms zich liggen in de kist
juist vrijgegeven door een patholoog
in handen van een erfrecht-fiscalist.
Ik zucht eens diep, het angstzweet wordt gewist.
Wie ziet niet soms zich liggen in de kist.
Drs. P in 1968
OUDE PLATEN
De dingen die we niet meer nodig hebben,
Al deden zo ook nog zo trouw hun plicht,
Nu worden ze beloond met schemerlicht
En spinnewebben.
Op zolder, het tehuis voor oude dingen,
Daar boeten ze hun overbodigheid;
Getuigen van voltooid verleden tijd –
Herinneringen.
De zolderdingen leiden een gebeurteloos bestaan.
Maar op gezette tijden, dan is het volle maan.
Beneden is het rustig en de lichten zijn al uit;
En hier op zolder klinkt dan vaag een korrelig geluid.
(Happy days are here again)
Hoogbejaard maar nog kordaat
Speelt een ouderwetse kortspeelplaat
Van Paul Whiteman, Hylton of Jack Payne:
‘Happy Days Are Here Again’.
De jaren die vergingen, ze zingen weer hun lied.
De afgedankte dingen vergeten hun verdriet;
Ze denken niet aan ouderdom en niet aan ’s werelds loon,
Maar luisteren tevreden naar hun mooie patéphone.
(Louise)
Met zijn strooien hoed en zijn grappig profiel,
Kreuk in zijn stem en Parijs in zijn ziel –
Jong als een kind,
Wereldbemind:
Maurice,
Maurice.
De maan heeft lang geschenen, ze heeft op wacht gestaan.
Nu is ze haast verdwenen, het heden breekt weer aan.
We horen nog een laatste plaat die beverig weerklinkt
Terwijl de zolder langzaam in zijn grijze slaap verzinkt
(Parlez-moi d’Amour)
Uit het eboniet waardoor eens haar stem werd gevangen
Zingt Lucienne een lied, een lied van oneindig verlangen
Nog een ogenblik, dan is het geluid weer vergleden
In ’t verleden
Dit is het laatste onbekende lied van Drs. P uit 1968 dat opdook in de nalatenschap van Lia Dorana (zie archief van 27 april en www.jasperine.hetnet).
Het is niet bekend of ze het ooit uitgevoerd heeft, Drs. P in elk geval niet, want: "Dat had veel rompslomp vereist: grijsgedraaide opnamen van Maurice Chevalier e.a. in de achtergrond tussen mijn coupletten door".
Bij de teksten zat ook nog 'Quintasy', door de doctorandus zelf wél uitgevoerd en op de plaat gezet (te beluisteren op de lp 'Een flitsende soiree met Drs. P'), een van de weinige nummers waarvan hij eerst de melodie componeerde: "De melodie is speels en pittig en met de linkerhand sla ik uitsluitend kwinten aan (op Kijk, mijn, -nist en zo verder); vandaar de naam. Ik was zelf zo voldaan over de melodie dat ik er een tekst aan toevoegde die de melodie enigszins uitdrukt".
Hieronder de originele tekst van Oude Platen.
Etterende pestkoppen, krijtstof op je trui
Ziektekiemen in de lucht, valse jongenlui
Zware ouderavonden, altijd eigen brood
Slepen met je boekentas, weer een leerling dood
Hoge stapels nakijkwerk, schreeuwen in de klas
Zweet en deo ademen, altijd krap bij kas
Dyslexie of hoogbegaafd, krijtjes weggepakt
Geen respect voor ouderdom, leerstof afgevlakt
Regels worden opgelegd, halve klas haalt vier
Vechtpartij in fietsenhok, veel te veel papier
Eindeloos vergaderen, klaslokaal vol troep
Werken in het onderwijs, wat een mooi beroep
Uit Opgesomd staat netjes, minibundel met opsommingen. Verschijnt volgende week in een No smocking machine.
Dit wordt een dag om op te schieten
en vreselijk tekeer te gaan:
een heel gemest gazon begieten.
‘Dit wordt een dag om óp te schieten’
beloof ik de verzengde sprieten.
Verrek, geen druppel uit de kraan!
Dit wordt een dag om op te schieten
en vreselijk tekeer te gaan.
Uitstel van salarisbetaling bij Saab
'We hebben weer de deadline niet gehaald
Maar eind augustus gaan we écht beginnen
En uw salaris is nog niet betaald
Maar daar ga ik beslist iets op verzinnen'
U ziet het, Saab zit diep in de problemen
Want elke dag meldt zich een nieuw bedrijf
Dat achterstallig geld wil komen claimen
Wat wordt er van de nieuwe 9-5?
De hamvraag is: komt Saab dit ooit te boven?
De directeur maakt deze klucht compleet
Door steeds weer gouden bergen te beloven
U vraagt zich af hoe dit toneelstuk heet?
Direct na de faillissementsverkoop
Verandert men de naam van Saab in Soap
Drs. P in 1968
DE VLOEK DER WETENSCHAP
Toen mijn man met enk’le lieden
Zelf een luchtschip had gemaakt,
Zou het grote feit geschieden
Waar hij zoo naar had gehaakt.
Onberoerd door duizend vragen,
Aangestaard en uitgejouwd,
Ging hij stil zijn leven wagen,
De vermeet’le aeronaut;
De vermeet’le aeronaut.
In de landelijke dreven
Hoorden allen het gerucht
En men zag het toestel zweven
Door de hoge, blauwe lucht.
Weldra zou hij veilig landen;
De machine liep gestaâg.
Maar door ’t breken van de banden
Viel het schuitje plots omlaag;
Viel het schuitje plots omlaag.
Ach, hij zocht het onbekende,
Doch zijn droom verging in rouw.
Sindsdien leef ik in ellende
Als een arme weduwvrouw.
Nu ik alles heb verloren
Smeek ik u, geacht publiek,
Laat u nimmer toch bekoren
Door die duivelsche techniek;
Door die duivelsche techniek
Dit is de derde onbekende tekst van Drs. P uit 1968, die opdook inde nalatenschap van Lia Dorana (zie Archief van 27 april en www.jasperine.net). Het vorige nummer, 'Nazomer', was een eenvoudig sfeerbeeld (dat het trouwens niet haalt bij het sfeerbeeld in 'Quartier Putain' uit dezelfde periode) maar dit is een ouderwetse smartlap, geheel in de stijl van de beginperiode van de doctorandus, toem hij zich voornamelijk op dit genre richtte. Zelf heeft hij hier geen herinneringen meer aan, noch aan de bijbehorende melodie die helaas nog niet opgedoken is, maar die waarschijnlijk niet al te ingewikkeld was. Hieronder het origineel met eigenhandige correctie.
liever handelen dan alles laten gaan
liever wandelen dan almaar blijven staan
al lijk ik dan gewoonlijk wat naïever
dan zij die mij met zekerheden slaan
dat heb ik liever
liever doorgaan waar haast alles is volbracht
liever voorgaan waar een ander liever wacht
al is het voor de meesten attractiever
te stoppen bij het vallen van de nacht
dat heb ik liever
liever drinken uit een onbekende beker
dan om dorst te lijden voor de zekerheid
liever leven want het leven is onzeker
zegt de preker
liever verder gaan met jou en maar aanvaarden
dat geen mens ons kan vertellen voor hoe lang
voor hoe lang we mogen blijven op de aarde
liever verder gaan – al ben ik wel eens bang
al ben ik wel eens bang
Mijn medevluchter zit te linkeballen
En ik had net een flinke hongerklop
Ik kan niet echt veel anders dan colleren
Ik heb te weinig grinta voor de kop
En zie mijn concurrent niet plafonneren
Ik hang al bijna aan het elastiek
Ik moet verdomme snel recupereren
Misschien win ik het dan nog op techniek
Mitsdien hij zo beleefd is om te vallen
Er is één grote troost in mijn verdriet:
Ducrot en Dijkstra hoor ik hier dus niet
De lucht scheen blinkend door de blaren
Ziedaar, bevangen door de waan
De strompelende karavaan
En ik? ik liep erachteraan
Ik wou het ook een keer ervaren
De lucht scheen blinkend door de blaren
Au! hoeveel meters nog te gaan?
Waarom in godsnaam meegedaan?
Ik telde pijnlijk de bezwaren
De lucht scheen blinkend door de blaren
Ik had geen voet meer om te staan
Men kon mij haast voor dood verklaren
Vasalis bracht mij tot bedaren
De lucht scheen blinkend door de blaren
kantelend bekken
ongebreidelde pagadder
in moeras
van verbolgen makrelen?
kaasmijt
francofiel
in deze camembert!
knikker in putje:
‘pet op één oor’
(tien koekoeksklokken in de hand)
- o melaatse asceten -
glimt gij worm
Kaja is een rebelse tegendraadse dichteres,in die zin dat zij het officiële literaire circuit, en vooral het officiële literaire bedrijf, vaarwel heeft gezegd, de rug heeft toegekeerd. Zij doet het allemaal zelf wel. Tegen de stroom in, als een zalm in het voorjaar om kuit te schieten.
Kaja toont zich in Kantelend bekken een begenadigd dichteres. Moeiteloos bespeelt zij een veelheid aan registers – zoals Abe de Vries al aangaf in zijn uitstekende bespreking 'Meer registers dan een gemiddeld Brabants kerkorgel', onlangs geplaatst op De Contrabas, in zijn vaste rubriek 'Studio Oudebildtzijl'.
Voortdurend lijkt de satiricus in Kaja met de lyricus om voorrang te strijden. De twee leven op gespannen voet met elkaar, en juist dát maakt deze poëzie zo intrigerend. En dan noem ik alleen de twee hoofdtendenties die Kaja in zich verenigt. (Ik vermoed overigens dat Kaja, in essentie, een humanist is – al zal zij dit zelf, ongetwijfeld, ten stelligste ontkennen. Een humanist met een dik nietzscheaans pantser – of pose –, weliswaar.)
Slangenkuil Feyenoord
Schutterend clubbestuur
Trainer door voetballers
Beentje gelicht
Clublied brengt spelers tot
Arbeiderszelfbestuur:
Eindelijk zijn er eens
Daden verricht!
Bij de afluisterpraktijken van News of the World
News of the World valt keihard van de troon:
Het zondagsblad legt voicemails vast op band
Zo heeft het nieuwtjes uit de eerste hand
Al is die handelwijze ongewoon
De luistervink krijgt zijn verdiende loon:
De journalisten vielen door de mand
En zaterdag ontving het hele land
Excuus van Rupert Murdoch en zijn zoon